Ergens. Een zwerm vogels kiest het luchtruim. Hier, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan of in Luzern, juli 2009. Zoals een beeld tijdloos kan zijn, wordt af en toe ook een album opgenomen dat de tijd ontstijgt. Het valt niet te ontleden in termen als nieuw, oud of hedendaags, want heeft van elk van deze drie dimensies op de tijdsas iets mee. Het gemak qua samenspelen, de trein die de geoliede ritmesectie is, de vanzelfsprekendheid waarmee Jarrett van een klavier een waterval maakt, een die zich overigens perfect laat ontleden in duizenden afzonderlijke druppels… Zijn dat elementen die verwijzen naar het verleden? Zo ja, dan bestaat het nu van ‘Somewhere’ uit de inleiding die Jarrett verzint bij zijn eigen compositie ‘Deep Space’, waarin de hem zo vertrouwde groove even op zich laat wachten en de man in de plaats een parelende introductie uit zijn tien vingers zuigt, een die te vrij is uitgedacht om als klassiek te bestempeld te worden, maar te statig, gedisciplineerd en exclusief om als lichte improvisatie te labelen. De toekomstige dimensie volgt, wanneer Jarrett van ‘Somewhere’ een ‘Everywhere’ maakt: het unieke, enkelvoudige, welomlijnde transformeert in iets universeel, waarbij Jarrett het exempel in een bezwerende trance omzet, ratelend en ratelend tot er de klank de mechaniek van de handen van de muzikant lijkt te ontstijgen. In een stijl die overigens erg doet denken aan Jarretts werk uit de late jaren ’70 – de tijdsas is een slang die in haar eigen staart bijt?

Een twintigtal albums hebben pianist Keith Jarrett, contrabassist Gary Peacock en drummer Jack DeJohnette inmiddels bij elkaar gespeeld. Natuurlijk klinkt die combinatie dan niet “fris” meer, maar wie zegt dat een vertrouwde context niet kan begeesteren? Als live-album is ‘Somewhere’ niet boeiend omdat de karakters botsen, want dat doen ze niet. Wel timmert het trio verder aan de weg, vraagt het zich luidop af hoe de zoveelste lezing van een standard authentieke emoties kan oproepen, hoe in een medley twee thema’s spontaan op elkaar kunnen volgen, welk antwoord er nog kan bestaan op de vragen waarmee de traditie muzikanten vandaag de dag heeft opgezadeld. Deze abstracte termen vertalen zich naar emotionele interpretaties, waarin Jarrett – beter dan Peacock – het sentiment perfect op een afstand weet te houden. Liefdesballades liggen voor dit trio slechts op een steenworp afstand van grote weemoed, en naar eindeloze intensiteit is het vervolgens alweer maar een kleine stap. Het wonderbaarlijke van ‘Somewhere’ is dan ook de manier waarop dergelijke schakeringen uit elkaar lijken voort te vloeien, verschillende perspectieven, beschouwingen blijken op een en dezelfde identiteit, die zelf weer een bron is waarvan niet geweten is waar die precies ontspringt.

Van bijna zorgeloos laveert Jarrett naar tranerig en troostrijk, om met Leonard Bernsteins ‘Somewhere’ uiteindelijk een stuk in te zetten waarin hij een ostinate riedel vindt waarrond hij een verzengd tapijt weeft. Quasi spiritualistisch roffelt DeJohnette mee in de maat, pulkt Peacock zich het eelt op zijn vingers, terwijl Jarrett tot iets komt waarvan een bezieling uitgaat die zoveel groter lijkt dan wat de som van zes handen kunnen realiseren. En toch is dat het verhaal van dit trio, dat al meer dan 35 jaar aan grenzen sleurt. Niet om ze te verleggen, maar om een stukje niemandsland te kunnen betreden. Een ergens, dat overal kan zijn.

Meer over Keith Jarrett, Gary Peacock, Jack DeJohnette


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.