Dit moet zowat de slechtst mogelijke periode zijn om een integrale met alle Beethoven-symfonieën op de markt te brengen. Onlangs stonden de kranten en vaktijdschriften er immers nog vol van. Het betrof toen niet de versie van dirigent Jan Willem de Vriend met zijn Nederlands Symfonieorkest, maar wel de interpretatie van topdirigent Riccardo Chailly met zijn Gewandhausorchester Leipzig, de groep musici waar hij momenteel chef van is. Onder Chailly speelde het Gewandhausorchester een in alle opzichten enorm interessante interpretatie in: de dirigent koos voor de hem typerende gezwinde tempi en hij ging ruw te keer in alle symfonieën. Letterlijk vertaalt hij Beethoven naar deze tijd, waarin nu eenmaal bruuske keuzes moeten gemaakt worden, aldus de dirigent. Meer dan een actualisering (voor zover zoiets al bestaat binnen de muziek van al lang gestorven componisten) had Chailly echter een componist voor ogen die vandaag nog moet kunnen aanspreken en wier lyriek bijlange niet statig of vervelend aandoet. Het opdrijven van de tempi was dan ook maar één aspect van zijn eigentijdse lezing: ook het spelen met dynamische contrasten, het in de negende extra naar voor brengen van solisten en koor en het scheppen van een geheel eigen wereld binnen de ouvertures, maakte zijn box bij Decca tot zowel een ideale opstap voor de leek als een doortastende verrijking voor de liefhebber.

Wie een versie van een orkest uit de Lage Landen in handen krijgt, begrijpt meteen dat de kans erg klein is dat er een even grote partituurkennis aanwezig is bij de leden van een niet-Duits orkest. In dat opzicht weet deze zes cd's tellende uitgave werkelijk te verbazen: Jan Willem de Vriend haalt uit zijn Nederlands Symfonie Orkest niets anders dan uitstekende prestaties naar boven. Hij koos ervoor om de ouvertures niet op te nemen, wat spijtig is, want hoe meer compleet, hoe beter natuurlijk. Het duidelijk afbakenen van het repertoire liet de dirigent echter toe zich op alle negen de symfonieën afzonderlijk toe te spitsen. Elk van Beethovens monumenten krijgt hier dan ook een duidelijk verhaal mee. Opvallend is dat de Vriend gaat voor een vrij traditionele interpretatie, waarbij Chailly's versie bijna die van een beeldenstormer lijkt. Hierbij gaat de Vriend echter wat voorbij aan hedendaagse tendensen die in de Belgische concertzalen de voorbije maanden opdoemden: zo wordt bijvoorbeeld het laatste deel van de zevende steevast in een iets sneller, aanstekelijker tempo gespeeld. Denk hierbij aan wat Esa-Pekka Salonen, Giovanni Antonini en Chailly zelf presenteerden. Anderzijds overstijgt de Vriend de oerdegelijkheid door ook ver te gaan in het uitwerken van contrasten en klankkleuren. In die zin is zijn opname niet 20e-eeuws: Beethoven wordt respectvol, maar niet stiefmoederlijk behandeld, wat een box oplevert die door een ander Belgisch of Nederlands orkest (behalve het RCO) momenteel moeilijk te evenaren lijkt?

Kan deze uitgave dan concurreren met grote voorgangers? Moeilijk, want in tijden van Harnoncourt, Norrington en Chailly heeft de Vriend weinig extra te vertellen. Het verschil is dat voornoemde dirigenten zich kunnen beroepen op een orkest dat de knepen van het vak misschien nog iets beter verstaat. Balans is bij het Nederlands Symfonie Orkest soms een beetje een probleem, waarbij het polyfone in de muziek niet altijd perfect tot uiting komt. Dat zijn echter kleine aantekeningen in de marge bij een interpretatie die over de hele lijn charmeert. Daarboven komt dat label Challenge Classics slechts een kleine meerprijs vraagt voor een handzame box, waarin tevens een uitgebreide toelichting te vinden is. "Support your local music scene" lijkt een uitspraak die, gezien de recente cultuurbesparingen in Nederland, meer dan ooit aan de orde is. Deze 'Complete Symphonies' kunnen daarom zeker overwogen worden voor wie op zoek is naar een bundeling van deze negen magistrale werken.

Meer over Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.