Het Glyndebourne operafestival kende haar eerste editie in 1934 in het gelijknamige Engelse plaatsje. Bijna tachtig jaar operauitvoeringen zorgden voor een heel archief aan operaopnames. Dirigent John Pritchard voerde Mozarts 'Idomeneo' in Glyndebourne doorheen de jaren meermaals op. De opname die hier wordt voorgesteld met het Londen Philharmonic Orchestra dateert uit het Glyndebourne festival van 1964 en haalt zijn faam gedeeltelijk uit het feit dat een jonge Luciano Pavarotti er de rol van Idamante zingt. Zijn lezing in deze live-opname toont precies waarom hij later zo populair zou worden. Hij blaast zijn personage leven in met een brede, warme en krachtige stem die veel karakter (en ook eerder een voorliefde voor het negentiende-eeuwse repertoire) verraadt.

Pavarottis medezangers hoeven echter niet onder te doen. Richard Lewis voorziet de opname van een waardige (in meerdere opzichten) Idomeneo, die zijn rol met koninklijke ernst opvat maar zeker naar het einde van de opera toe iets kwetsbaars lijkt te vertonen, precies zoals de Kretenzische koning Idomeneo in het verhaal zelf ook zijn grip op de gebeurtenissen verliest.

Aan de hoogste noten van Ilia (Gundula Janovich) hoort men - onvermijdelijk - dat dit een oude opname is maar men kan tegelijkertijd ook horen hoe goed de remastering geslaagd is. Zeker voor een uitvoering die bijna vijftig jaar geleden gemaakt is, zijn onzuiverheden bijvoorbeeld zeldzaam en komen zowel orkest als zangers helder en met veel nuance en contrast naar voren. Janovich' stem wil scherp worden op haar hoogste noten maar dat zou evengoed aan de kwaliteit van de cd kunnen liggen. Verder zingt ze echter uitstekend, op een manier waarop vandaag niemand nog Mozart zou zingen maar die daarom niet zonder charme is, accuraat klinkt en veel uitdrukkingskracht in zich draagt.

De rol van Elettra, de antagoniste van de opera wordt met sardonisch plezier vertolkt door Enriqueta Tarrés. Haar rol is die van een typerend dramatische, zelfs hysterische sopraan en Tarrés stelt niet teleur: ze is zelfs merkbaar dramatischer dan het orkest dat haar in haar twee 'woede-aria's' begeleidt. Net zo min als bij Gundula Janowitz kan men haar lezing als echt Mozartiaans bestempelen (omwille van de glissandi die ze tussen grote sprongen neemt bijvoorbeeld). Ze zorgt echter wel voor een soort van waanzin die niet ver staat van die van de Koningin van de Nacht uit 'Die Zauberflöte'.

Ook het orkest kan charmeren, met een zwierige ouverture bijvoorbeeld die binnen elk element van Mozarts orkestmuziek haar eigen sfeer schept. De beginakkoorden klinken koninklijk, de 'allegro'-sectie energiek en het tweede thema expansief en zangerig. Die aanpak staat veraf van de vandaag de dag heersende authentieke uitvoeringspraktijk maar toont dat dirigent John Pritchard duidelijk weet waar hij naartoe wil. De aria 'Se il Padre Perdei' wordt liefdevol begeleid door vier blazers en de mars aan het eind van de eerste akte klinkt fris en spits. De stem van Neptunus, de deus ex machina die de plot kortweg naar haar einde brengt maar tegelijkertijd het dramatische hoogtepunt van de opera is, wordt vol ontzag ondersteund door drie trombones. Hier is de unieke atmosfeer van een live-opname duidelijk hoorbaar, met die spanning die enkel op een concert en niet in een opnamestudio gerecreëerd kan worden.

Voor de recitatieven werd een klavecimbel gebruikt, wat in 1964 zeker niet vanzelfsprekend was. Het koor maakt een mooie kleur in een zachte dynamiek maar doet het minder goed wanneer om een groter klankvolume gevraagd wordt. Bovendien zijn heel wat inzetten tamelijk ongelijk.

Deze dubbelcd vormt een prachtig uitgevoerd en even prachtig vormgegeven tijdsdocument. Het cdhoesje en -boekje zijn met veel zorg gedrukt en versierd. Dat de opnames wat gedateerd zijn, stilistisch gezien, is zeker maar de opname blijft ontegenzeggelijk fascineren, dankzij een ijzersterke cast, een coherente interpretatie en een fijngevoelig orkest.

Meer over W.A Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.