Het New York Art Quartet was midden jaren zestig maar een kort leven beschoren. Onder leiderschap van altsaxofonist John Tchicai en trombonist Roswell Rudd hield de groep het slechts anderhalf jaar vol in 1964 en 1965, waarbij ze er evenwel in slaagden twee uitstekende albums af te leveren, 'New York Art Quartet' en 'Mohawk'. De drummerstoel was tijdens die periode min of meer steeds bezet door Milford Graves, terwijl verschillende bassisten de revue passeerden, waaronder Reggie Workman en Lewis Worrell. De beperkte discografie - in 2000 nam de groep wel nog een reüniealbum op - heeft ondertussen voor wat mythevorming gezorgd, en net daarom is de vondst van live-opnames uit 1965 een wel heel speciale gebeurtenis.

Het betreft registraties van twee concerten die de groep gaf in Denemarken, niet lang na het verschijnen van hun debuut in de Verenigde Staten. John Tchicai (zelf een Deen) en co-leider Roswell Rudd lieten zich tijdens deze tournee bijstaan door twee musici die zich op dat moment lieten opmerken in de Europese vooruitstrevende jazzscene. Louis Moholo was Zuid-Afrika ontvlucht met zijn groep The Blue Notes en had zich daarmee in Europa al snel een plaats veroverd bij de top van de avant-garde. Van bassist Finn von Eyben wordt gezegd dat hij zowat de enige avontuurlijke bassist in Kopenhagen was in die periode, wat zijn status als huurling binnen dit kwartet rechtvaardigt.

Het zijn de twee aanvoerders die de richting aangeven. Lange solopartijen van zowel Tchicai als Rudd zijn het belangrijkste bestanddeel op 'Old Stuff'. Korte thema's en melodieën, vaak gecontrasteerd met een hoog gezamenlijk tempo van bas en drums, zorgen daarbij voor een bebopgevoel maar dan in een vrijere context. Deze ritmische strakheid die in de meeste tracks domineert, wordt opvallend afgewisseld met vrijere stukken, waarbij er slechts sprake is van een simpele melodieuze frase als centrale as. Louis Moholo gaat het niet te ver zoeken en spreidt de meest sobere, maar erg doeltreffende partijen voor zich uit. Tempoaanduidingen op het ride-cimbaal en een consequente slag op de tom en snaredrum, vaak is het niet meer dan dat. Finn von Eyben houdt het als bassist voornamelijk bij de fundamentele taken. Zijn instrument wordt niet zelden als een muzikaal anker uitgegooid en houdt op die manier de drie andere musici binnen hetzelfde parcours, zoals in het lange 'Rosmosis'. Voor de rest vult hij waar nodig de gaten met korte solopartijen, walking bass en veel ritmische accentueringen.

Tchicai en Rudd maken er meestal een sport van om tegen elkaar op te spelen. De twee solerende frontmannen zorgen daarbij niet zelden voor een kletterend spektakel. Het valt op hoe Rudd zijn solo's en andere partijen van veel body voorziet. Zo blaast hij zijn medemaats in een bevlogen moment wel eens van het toneel. Terwijl zijn improvisaties vooral bestaan uit korte, gebalde uitbarstingen, gaat Tchicai duidelijk anders te werk. Hij gaat minder voor een muzikaal effect maar breit zijn ideeën aan elkaar in een eindeloze ketting. De snelheid en de moedwillige toononvastheid waarmee hij dit soms doet, zorgt onder meer in 'Pa Tirsdag' voor een heus vocaliseer-effect. Hoewel het erg leuk is om te horen hoe Rudd en Tchicai elkaar uitdagen door de ander kort te onderbreken of zelfs te imiteren, lijkt het duo de daverende ritmesectie in hun rug echter vaak te vergeten. Er is dan ook zelden sprake van hoogspanning binnen de groepsinteractie, wat waarschijnlijk te wijten is aan de ingehuurde achterhoede.

Wat ongetwijfeld een unieke en waardevolle toevoeging is aan de minimale discografie van het New York Art Quartet, is op muzikaal vlak echter niet bijster bijzonder. De kracht van het duo aanvoerders tilt 'Old Stuff' weliswaar boven de middenmoot, maar zelden komt het viertal hier in de buurt van hun twee eerste studioalbums.

Meer over New York Art Quartet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.