De Amerikaanse dirigent Lawrence Foster nam met het Tsjechisch Philharmonisch orkest deze eerste twee symfonieën van Robert Schumann op, voor het Nederlandse label Pentatone. De poëtische connotaties van Schumanns eerste symfonie (het ritmische motto van het werk volgt de eerste verzen van het gedicht waardoor Schumann zich liet inspireren) gaven het haar de bijnaam van 'Frühlingssymphonie'. De interpretatie van het dirigent Lawrence Foster is echter doorgaans wat minder jeugdig en fris en wat meer donker gekleurd dan men gewoon is. De Coda aan het eerste deel van de symfonie bezit echter een opgewonden spanning, met een tempo dat die dunne lijn bewandelt tussen net niet voorover vallen en gedreven vooruit willen gaan. Het tweede deel toont de warme, romantische klank van het Tsjechisch Filharmonisch Orkest en al haar glorie. Geen echte transparantie, zoals bij een uitvoering op historische instrumenten kenmerkt deze interpretatie, maar een klank waarbij de verschillende instrumenten, solofluit, -hobo, -hoorn of -klarinet stevig met de strijkers versmelten. Het scherzo wordt wat aan de robuuste kant uitgevoerd, gezond en wat rustiek maar zonder de levendige energie die er doorgaans in zit. Er zit echter wel een gezond boerendansritme in, van het soort dat bij Dvoraks 'Slavische Dansen' niet zou hebben misstaan. In het tweede trio neemt Foster het tempo aanzienlijk hoger dan Schumanns eigen metronoomaanduiding maar dat is iets wat wel vaker gedaan wordt. Meer opmerkelijk is dat het slot van dit deel erg langzaam uitgevoerd wordt, als een trage, dromerige bespiegeling van wat vooraf ging.

Het eerste deel van de tweede symfonie klinkt verrassend zacht en wat aan de langzame kant. De 'allegro' sectie, die haast naadloos uit de lange introductie van dit deel voortkomt, blijft heel lang wat ingetogen. Het scherzo maakt echter veel goed en klinkt uitbundig en energiek, met razendsnelle maar zuivere trekken in de violen. Op de opname zelf zijn de bassen nogal sterk aanwezig maar ze blijven wat weinig gedefinieerd. De trage delen van beide symfonieën worden zo toch solide ondersteund zonder dat de baslijn echt helder in het oor springt. De finale van de tweede symfonie, tot slot, klinkt levendig en energiek en dat compenseert voor de soms wat al te ronde klank van het orkest. Ook in de coda blijven muzikanten en dirigent erg vooruit denken, wat de muziek een aanstekelijk karakter meegeeft.

Dit is een erg degelijke en klassieke maar ook misschien wat gezapige interpretatie van Schumanns eerste en tweede symfonie geworden. Wie het klassieke symfonische orkest een warm hart toedraagt zal zich niet teleurgesteld voelen met een cd als deze maar voor wie eerder naar de historische uitvoeringspraktijk toe wil, zijn er genoeg andere opnames, onder andere met het Zweeds Kamermorkest, met het Orchestre des Champs-Elysées of met het Orchestre Révolutoinaire et Romantique.

Meer over Robert Schumann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.