Beide heren, ze passen wonderwel samen. Dave Brubeck en Rony Verbiest, de een inmiddels een wereldster van formaat, de ander een Vlaming met een klein hart, maar een groot verhaal. Voor Verbiest begon het allemaal toen hij aan de zijde van zijn vader, al op zesjarige leeftijd, meespeelde in café De Accordeonist. Het instrument kreeg hij als het ware mee met de paplepel, maar Verbiest bleek in zijn vormende jaren zodanig gulzig dat hij tevens de saxofoon en de drumstokken ter hand nam. Vandaag geniet de multi-instrumentalist echter voornamelijk bekendheid op het instrument waarnaar hij het eerst greep. Geen vergezochte kopbuitelingen in Verbiests improvisaties, maar steevast gehoorzamend aan een innerlijke stem die teloor gegane sferen oproept, is het de melodie waarrond zijn muziek is opgebouwd. Precies daarom ligt Brubecks muziek Verbiest heel goed. Ook diens composities zijn niet in de eerste plaats hoogstandjes als het gaat om akkoordenschema’s of ritme, wel reiken ze een ontroerende melodie aan waarmee iemand die de folklore niet alleen kent, maar haar als het ware verpersoonlijkt, uiteraard mee uit de voeten kan.

De ervaren rot die Verbiest is laat zich voor geen geld ter wereld omringen door slecht volk. Hans Vanoost op gitaar is evenmin als de bandleider een beeldenstormer – diens fascinatie voor hoe de staart van de ene lijn naadloos in de andere overgaat, maakt hem evenzeer tot iemand die streeft naar uitgesponnen lyriek. In een aantal nummers schuurt de gitarist helaas wat tegen het zeemzoeterige aan, maar ook dat is natuurlijk een element die de muziek van Brubeck kenmerkt. Als Verbiest daar zelf met een echoënde saxofoon gaat overheen spelen, wordt het echter soms wat teveel van het goede. Zeker met een ritmesectie (Mario Vermandel op bas en Luc Vanden Bosch als percussionist) die de musici op zo’n momenten niet probeert te inspireren door onverwacht uit de hoek te komen, klinkt een minderheid van de nummers eerder stereotiep.

Op zijn best is dit kwartet niet wanneer het laat horen hoe mooi de vier leden in de maat kunnen spelen, wel wanneer Brubecks materiaal op een eigengereide manier onder handen wordt genomen. ‘Take Five’, dat een gemakkelijke meezinger had kunnen zijn, wordt bijvoorbeeld erg mysterieus ingezet en pas na minuten sijpelt het thema ongegeneerd binnen. Philippe Thuriot leent overigens zijn accordeon aan dit nummer, waardoor het instrument ook vanuit een ander gezichtspunt dan dat van Verbiest in het daglicht komt te staan. In zijn geheel gesproken kiest ‘Rony Verbiest plays Dave Brubeck’ niet voor fantasieloze interpretaties, en precies daaraan ontleent het album zijn charme. Het karakter blijft, ondanks het instrumentarium en de vele decennia die ondertussen verstreken zijn, immers getrouw aan het origineel, zonder er de slaaf van te worden.

Meer over Rony Verbiest


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.