Sinds 1998 loopt elk jaar het prestigieuze kamermuziekfestival van Heimbach. In een oude waterkrachtcentrale programmeert Lars Vogt, pianist en artistiek leider van het festival er de meest uiteenlopende muziek. Deze cd, door EMI opgenomen tijdens de editie van 2004, confronteert Mozart met twee 20ste-eeuwers: Alban Berg en Arnold Schönberg
Mozart is met twee werken aanwezig: het pianokwartet in g KV 478 en het pianotrio in B KV 502. Op gebied van kamermuziek met piano is Mozart een pionier. In zijn pianotrio's worden de partners veel evenwaardiger dan bij zijn voorgangers, wat in KV502 bij voorbeeld opvalt door opdringerige ritmiek of eigen melodieën in de cello. Dit pianotrio is een bewerking van één van zijn pianoconcerto's, maar eigenlijk zitten er veel meer concerto-invloeden in het pianokwartet. Het voor concerti typische contrast solo-tutti is opvallend aanwezig. De piano brengt thema's aan, de strijkers antwoorden of brengen harmonische variaties aan. In beide werken valt het voortdurende spel tussen majeur en mineur op, net als de vele harmonische verrassingen. Zo wordt het motief van het eerste deel van het kwartet onverwachts vergroot of maakt Mozart de mineur-zuchmotiefjes uit het trio plots majeur. Het zijn werken van een volbloed romanticus, zeker in de lyriek van de trage delen. Beide werken krijgen frisse uitvoeringen, die hun motor vinden in het parelende pianospel van Lars Vogt. In het kwartet zijn er echter hier en daar wat technische slippertjes, maar de manier waarop de muzikanten naar elkaar luisteren of thema's aan elkaar doorgeven maakt veel goed. Het trio is een voorbeeld van loepzuivere strijkers en geeft violist Christian Tetzlaff de kans om al zijn zangerigheid uit te buiten.
Alban Bergs pianosonate staat aan de rand van de tonaliteit. Behalve aan begin en eind verdwijnt de vaste harmonische grond. Ook op gebied van textuur is het een complex werk, wat violist Heime Müller allicht geïnspireerd heeft om er een bewerking voor strijksextet van te maken. Wat in sommige solo-uitvoeringen van de sonate teveel verborgen blijft, komt hier wél naar boven: Berg is een meester in melodie en contrapunt. Hij ontwikkelt zijn kwartenthema volgens de regels van de sonatekunst om zijn materiaal in de doorwerking helemaal te laten versplinteren. De zes muzikanten scheppen een uitvoering die uitblinkt door haarjuiste intonatie en dreigende kleuren. Schönbergs kamersymfonie zit harmonisch in dezelfde sferen. De strenge twaalftoonstechniek die Schönberg in zijn later werk zal gebruiken is hier nog niet aanwezig. Net als bij Berg wordt de tonaliteit op de helling gezet door kwartsprongen, die al van bij het openingsthema aanwezig zijn. Qua vorm zijn er een viertal delen te onderscheiden, waarbij vooral de trage delen ruimte bieden voor de laatromantische kantjes van Schönberg. In die langzame lyriek krijgen de strijkers de hoofdrol toebedeeld, terwijl in de snellere delen de blazers domineren, zoals bij voorbeeld bij de harde akkoorden in het opgewonden middendeel. Onder leiding van Daniel Harding wordt een stevige uitvoering neergezet, met zowel de nodige drive als de nodige ingetogenheid.
Wie kamermuziek van het hoogste niveau wil, moet dit in huis halen!

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.