VidnaObmana houdt niet van stilzitten. De meester der traagheid brengt als een sneltrein releases uit en vindt zichzelf telkens weer uit in nieuwe ambient-experimenten. Dat leidt tot bergen geluidsmateriaal die, na de nodige bewerking, te zijner tijd in een koopbaar jasje gestoken worden. 'An Opera for Four Fusion Works'
behelst een proces van vijf jaar, onderverdeeld in 4 cd's of acts (waarvan de laatste met gitarist Steven Wilson van Porcupine Tree nog uitgebracht moet worden). Elke schijf is een tijdsdocument en een registratie van een samenwerking met een andere instrumentale virtuoos. Dat geeft dit magnum opus natuurlijk een erg divers karakter, wat gerust welkom is bij zo'n overdonderend aanbod van minimale luistermuziek.

De eerste akte, 'Echoes of Steel' is reeds zo'n vijf jaar geleden geregistreerd en bevat een samenwerking met de New Yorkse doomgitaristen van Dreams in Exile. De combinatie van loepzuiver opgenomen, metalen snaaraanslagen vermengd met jankende elektronische gitaarfrasen (aangehouden door een ebow-effect) en glijdende elektronica vormt hier de rode draad. Repetitiviteit vermengt zich met geestdrift. Dat resulteert in een organische dynamiek van verweven klanken, galmen en echo's waar een live gitaargevoel zich tegen opdringt. De ene keer klinkt dat zachtmoedig toedekkend, de andere keer venijnig prikkend. Zo is 'V' een warm en vol geheel met veel door mekaar vermengde, akoestische aanhalen waarbij het trillen en glijden van de snaren als expressief element wordt gebruikt. 'II' is daarentegen een stuk meer elektronisch en teert op duistere drones en grollende stoten, waartegen fonkelende, miraculeuze geluiden zich afzetten om een soort van sprankelende fantasiewereld te openbaren. In 'I' wordt tenslotte de volledige synthese tussen elektrisch en akoestisch bereikt. Hoog snaarwerk, galmende bassen en ijle elektronica vormen een mooie harmonie: verheven en toch nederig, aards en onaards, reëel en virtueel. In buitenbeentje 'III' wordt zelfs vastgehouden aan een afgebakend akkoordenschema en komen 'aaah'-gezangen de sfeer mee opbouwen. Daarmee zorgt VidnaObmana voor een apart stuk en het meest thematische, vatbare moment van heel de 4 cd-box. Elk van de vijf langdurige werken op deze eerste plaat vormen hier een mooi, virtuoos spel van sferen en emoties.

De tweede schijf begint met veel ruis en vage blazerstoten en klinkt al een stuk moeilijker. Gast van dienst is saxofonist Bill Fox en de opnamen zijn zo'n vier jaar oud. Met dit instrument als basis is de algemene teneur vrij duister, kil en winderig. Zo is het vijftien minuten innemende 'II' wat té vaag, met lichtvoetige, ijle tonen waartegen sinistere bassen halverwege het nummer pas opboksen. Deze plaat, 'Phrasing the Air', is er eentje van wazige sferen en dromen, die niet altijd even gelukzalig en mooi overkomen. Spookachtige, akelige tonen en soms zelfs dissonante partijen steken al eens de kop op. In 'III', dat op een draailier-achtige loop gedragen wordt, ligt wel een fijne evolutie vervat: een akelig en ongemakkelijk gevoel neemt in intensiteit toe, net als de chaos en ruis die de kop opsteken. Met zijn fatalistische sfeer leunt dit stuk sterk aan bij VidnaObmana's fameuze Dante-trilogie. De manier waarop verwarring leidt tot wanorde om uiteindelijk uit te monden in een mooie, eenvoudige saxsolo is werkelijk meesterlijk. Ook het erg macabere 'V' is inhoudelijk uitermate boeiend dankzij een repetitief thema op een digitale strijker dat zich met een duistere grondtoon verankert. De zuivere klaagzang die van dit bizar muzikaal schouwspel uitgaat, is gerust genietbaar. Toch is 'Phrasing the Air' een vrij uitdagende, soms wat vermoeiende cd met een nogal dolend karakter.

De derde, meest recente plaat tenslotte (vermits de vierde nog niet voltooid is), drijft het abstractieniveau ten top. Ditmaal is de titel 'Reflection on Scale' en de centrale spil componist, multimediaspecialist en pianist Kenneth Kirschner. Diens eigenzinnige visie op muzikale recyclage (gerelateerd aan willekeurige samenstelling uit geluidsfragmenten) heeft ook hier min of meer zijn weerslag. Het minimalisme is op deze schijf vaak ten top gedreven en de dynamiek vaak erg beperkt. Dat neigt tot intensere beluistering, ware het niet dat fundamenteel aanwezige kraken, storingen en ruisen het oor eerder schaden dan strelen. De cd is dan ook de minst toegankelijke en meest uitdagende en veeleer kost voor echte liefhebbers. Zo sleept 'I' bijna een half uur voort op diep weggestoken halo's en sfeerbeelden waarin een piano ontward kan worden, maar dat verder door een nerveuze zoemfrequentie gestoord wordt. Het enige gevoel dat deze passage uitstraalt is die van geduld, maar dan eindeloos veel geduld. Ook 'II' is erg moeilijk te bevatten en toont met een donker, minimaal spel van open gitaar-en pianotoetsen voornamelijk beweging in de laagste, bijna niet meer hoorbare regionen. Gelukkig vertonen mettertijd hogere fluittonen en snaren op de bas meer teken van leven. 'III' is dan weer niet meer dan een eindeloos repetitief, neerdwarrelend pianothema dat tot in het oneindige herhaald wordt. In absolute eenvoud blijft dit aanslepen tot VidnaObmana zijn eigenzinnige elektronische sfeerbeelden langzaam begint op te dringen. Ook hier is de boodschap weer: geduldig ondergaan.

'An Opera for Fusion Works' voegt weer een extra hoofdstuk toe aan het toch al vrij monsterlijke geluidsarchief van VidnaObmana. Vooral het eerste en oudste deel is voor het grotere publiek geschikt. Naarmate de tijd verstrijkt nemen immers duidelijk het minimalisme en de oeverloosheid toe. Toch bewandelt de artiest op alle drie de voltooide platen een geheel eigen, unieke weg en mag de variabele invalshoek en diversiteit van deze release ook ditmaal gerust geprezen worden.

Meer over VidnaObmana


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.