Kwadratuur interview

Oktober en november 2013 zullen misschien wel de drukste maanden ooit zijn in de nog altijd prille geschiedenis van het wereldvermaarde Cuarteto Casals. Na talloze concerten in de Verenigde Staten en verspreid over Europa sluiten ze op zaterdag 30 november een lange tournee af. In de tussentijd vond het kwartet echter tijd voor een interview over hun voornaamste bronnen, hun aspiraties en hun visie op muziek.

Jullie houden er een zeer diverse discografie op na, met repertoire gaande van Boccherini tot en met de nog levende Kurtág. Vereisen deze totaal verschillende componisten een andere manier van spelen?

Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Absoluut! We proberen als kwartet de juiste manier te vinden om de taal van elke componist en van elk stuk naar boven te laten komen, afhankelijk van de context. Onze violisten wisselen bijvoorbeeld van stoel afhankelijk van het repertoire. Abel speelt eerste viool in alle muziek geschreven tot rond 1815 en Vera doet hetzelfde voor alle repertoire dat later tot stand is gekomen. Dat geeft ons kwartet al twee verschillende, uitgesproken persoonlijkheden. Daarenboven spelen we voor de meeste werken waarin Abel eerste violist is met klassieke en Barokke bogen, wat een groot verschil betekent in termen van articulatie, klank en expressieve mogelijkheden.

Aan Mozart, Schubert en Haydn hebben jullie telkens een opname gewijd. Houden jullie er niet van om in complete cycli te werken?

We houden wel degelijk van integrale series: de vroege kwartetten van Mozart hebben we allemaal opgenomen, net als Haydns volledige opus 33. Daarnaast hebben we alle vijftien Schubert-kwartetten live uitgevoerd. Binnenkort zullen we dat trouwens opnieuw doen in Barcelona, voor een dvd-opname. We kijken nu al uit naar de dag waarop we alles van Mozart, Beethoven en Shostakovich onder handen zullen nemen, maar dat zal pas gebeuren op het moment dat we daar klaar voor zijn.

Jullie hebben ook muziek opgenomen van Spaanse componisten zoals Joaquín Turina, Eduard Toldrà and Juan Crisóstomo de Arriaga. Voelen jullie een bijzondere affiniteit met dergelijke partituren?

We hebben, gezien onze afkomst, een bijzondere affiniteit met Spaanse muziek en we zijn er trots op dat we minder gekende werken onder de publieke aandacht hebben kunnen brengen. Arriaga was trouwens een bijzonder interessant geval: hij schreef drie fantastische kwartetten op de leeftijd van zeventien, en wie weet wat hij nog in zijn mars had, als hij niet op negentienjarige leeftijd was overleden...

Sinds de crisis is er op socio-maatschappelijk vlak veel aan de hand in Spanje. Voelen jullie zich politiek betrokken met wat er in jullie thuisland gebeiurt? Of is jullie identiteit als kunstenaar eerder van universele aard en dus niet gebonden aan een specifieke context?

Als kwartet zijn we niet politiek betrokken geraakt bij de feiten, hoewel we wel getroffen zijn door de economische crisis. We voelen daarenboven een enorme sympathie voor diegenen die er veel erger aan toe zijn dan ons. Aan de andere kant zijn de muziek die we spelen en de identiteit die we hebben opgebouwd geworteld in ervaringen en gevoelens die volledig voorbij gaan aan het huidige economische klimaat.

Is er een kwartet in het bijzonder dat jullie heeft geïnspireerd als muzikanten of dat jullie klankbeeld als kwartet ingrijpend heeft beïnvloed?

Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Op verschillende tijdstippen en afhankelijk van het repertoire, zijn verschillende kwartetten uitzonderlijk belangrijk voor ons geweest. Het Hagen Quartett is bijvoorbeeld altijd een inspiratiebron geweest. We hebben ook veel geleerd van het Alban Berg Quartett, alsook van hun leraar, Walter Levine van het LaSalle Quartet. Voor de Shostakovich-kwartetten klopten we aan bij Vladimir Berlinsky, de oprichter van het Borodin Quartet. En van de Mosaique en Apponyi kwartetten hebben we veel opgestoken over werken in de klassieke stijl. We mogen ook de componisten en de pianisten zeker niet negeren bij wie we lessen hebben gevolgd, want ook die hebben een blijvende indruk nagelaten. Hierbij denken we aan György Kurtág, Mitsuko Uchida en Alfred Brendel.

Beluisteren jullie andere opnames vooraleer jullie beginnen aan nieuw repertoire?

Dat hangt af van persoon tot persoon binnen het kwartet, maar het is zeker geen noodzakelijk groepsritueel vooraleer we beginnen aan een stuk.

Op jullie concert in De Bijloke combineren jullie het 4e strijkkwartet van Shostakovich met een laat kwartet van Schubert. Een ongewone combinatie, of niet?

Ja en nee: beide kwartetten zijn zeer intieme en unieke veruitwendigingen van de stem van twee uitzonderlijke componisten. Allebei zetten ze karakteristieke elementen uit het lied en de folklore naast elkaar en allebei bezitten ze een transparantie die men alleen in het strijkkwartet kan bereiken.

Waarom moet iemand wel of niet op historische instrumenten spelen volgens jullie?

Men moet alle relevante invloeden in rekening brengen wanneer men een stuk muziek tracht te ontcijferen. Zonder twijfel moet men vertrouwd zijn met het geluid van instrumenten waarvoor de stukken in kwestie zijn geschreven, met de soorten concertzalen waarin die werken werden gespeeld en vanzelfsprekend met de conventies van de notatie zoals die in die tijd golden. Dat alles is fundamenteel om een partituur te begrijpen en te doorgronden. Uiteindelijk is het dus minder elementair dat men op historische instrumenten speelt dan dat men leert omgaan met de precieze verwachtingen van de componist.

Klassieke muziek lijkt voornamelijk een ouder publiek aan te spreken. Hoe ervaren jullie deze trend, als jonge muzikanten? Proberen jullie jongeren te motiveren, of is dat zeer moeilijk als uitvoerend kwartet?

Dat proberen we absoluut! In feite is het publiek voor kamermuziek in Spanje veel jonger dan in vele andere landen. Natuurlijk zal een strijkkwartet nooit de brede aantrekkingskracht hebben van andere media, maar we hebben al vaak gezien dat wanneer mensen kamermuziek live ervaren, ze veel dieper in onze wereld onder kunnen gaan. Hun appreciatie blijft dan aangroeien, soms zelfs gedurende een hele levensloop.

Wat is voor jullie meest essentieel: live spelen of opnemen?

Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Cuarteto Casals (foto: Molina Visuals)
Uiteraard valt er niets te vergelijken met de opwinding en de inspiratie van een live concert, hoewel we altijd zeer dankbaar zijn voor de kansen die we krijgen om onze menselijke tekortkomingen te corrigeren of te verbergen in de opnamestudio, zeker wanneer het gaat om de confrontatie met echte meesterwerken.

Is een werk bij elke uitvoering anders, of proberen jullie een definitieve versie te ontwikkelen en die dan te spelen?

Bestaat er eigenlijk zoiets al seen "definitieve versie" van een werk? We hopen echt dat we, zolang als we samen spelen, wat we spelen op een andere manier gaan brengen. Een opname is altijd een momentopname van wat we op een bepaald moment zien en horen in een stuk. Een dergelijk moment kan nooit onze volledige of definitieve verhouding tot zo een stuk weerspiegelen.

Meer over Cuarteto Casals


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.