Goed twee maanden geleden stond bassist Dave Holland op Jazz Middelheim, waar hij een enthousiast publiek betoverde met een flamencoproject. Het leek een aangenaam tussendoortje voor het zwaardere jazzwerk waar Holland écht voor staat, wat hij met onder andere saxofonist Chris Potter in Gent kwam bewijzen.

"Zwaar" is een woord dat eigenlijk niet van toepassing is op de set die Holland in de Bijloke speelde. Het is misschien wel zo dat hij met zijn kwintet de meer complexe progressies niet mijdt, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat Holland ontoegankelijk klinkt. De simpele magie van zijn flamenco-ervaring schemerde nog door in de uitverkochte voormalige kloosterkerk, maar deze keer waren zowel repertoire als muzikanten gewoon veel interessanter. Chris Potter behoeft allicht geen introductie, want omwille van zijn samenwerkingen met onder meer Jim Black (Winter & Winter) en Paul Motian (ECM) duikt hij op allerlei labels in allerhande formaties op. Minder "groot" zijn de overige leden van het kwintet, maar dat zegt uiteraard niets over hun kwaliteiten. Vibrafonist Steve Nelson toonde zich soepel, intelligent en spitsvondig, en was een waardig substituut voor de eerder te verwachten pianist in een kwintet als dit. Met een percussie-instrument heeft Holland echter duidelijk gekozen om de sound open te laten, zodat er ruimte blijft voor alle muzikanten. Zowel Chris Potter als trombonist Robin Eubanks gingen daar gretig op in, helaas met wisselend succes. Over Potter geen slecht woord, maar Eubanks klonk niet altijd toonvast en vaak modderden zijn improvisaties aan zonder precies doel voor ogen. Dat kleine euvel werd echter ruimschoots gecompenseerd door de overige leden, waarvan Nate Smith als enige nog vermeld moet. Hij drumde bijzonder strak en kwam af en toe heel grappig uit de hoek.

Het kwintet begon met de gloednieuwe compositie 'Walk in the Walk', een heerlijk gek nummertje waarin Potter meteen all the way ging. Na deze eerste uitspatting, voerden Holland, Smith en Nelson een aardige dialoog, waarin Hollands gevoel voor ritmiek duidelijk naar het voorplan kwam. Daarna was 'Clairescence' aan de beurt, waarin de vibrafoon heel gevat, intelligent en snel uit de hoek kwam. Eubanks soleerde dan weer iets te langdradig, maar dat kon de pret eigenlijk in het geheel niet drukken. De ideeën waren immers wel goed en Smith drumde als een overlopend vat vol impulsen. Het tweede deel van deze compositie bleek een uitvoerige dialoog tussen trombone en sax, hetgeen een ludieke afwisseling vormde. Het derde nummer werd een stuk van Potter, getiteld 'Shapes Shifter'. Zo goed als de man soleert, even sterk viel zijn werkje tegen, want hoewel Holland en Nelson heel lekker improviseerden, bleef de flow iets te intellectueel aanvoelen. Niet zo voor 'Juggle in Paradise', met een leuke drumriedel als introductie en even later een mysterieuze vibrafoonlijn erbovenop. Dit bleek de track waarin Eubanks alle ruimte kreeg. Deze benutte hij meer dan gewenst, want wat oorspronkelijk een intieme dialoog was met Holland, bleef maar duren. De climax ontgoochelde gelukkig niet (met Smith die zijn drumstel bijna aan diggelen rammelde), tot Potter terugkeerde naar het geestige thema en dit met zichtbaar genoegen speelde. Het vijfde nummer van de avond leek een eerste ballade te worden, dankzij een verstilde vibrafoonsolo om helemaal bij weg te dromen. Holland nam even de strijkstok ter hand, maar sloeg al snel weer aan het tokkelen en voerde zo de spanning op (samen met de drums uiteraard) tot het kokende culminatiepunt met gemak bereikt werd. 'Lucky Seven' zou de laatste gift van het kwintet aan het publiek worden, en wat voor één! Met de unieke mix tussen funk en intelligente complexiteit liet Holland al zijn bandleden een keertje soleren. Op Eubanks na deden ze dat allemaal op magistrale wijze, zodanig dat het publiek euforisch werd toen het nummer plots tot zijn einde kwam. Een bescheiden Holland dankte voor de uitverkochte zaal, maar hij hing eraan voor de moeite. Nog een keertje terugkomen dus, om met 'Easy did it' (een ode aan de stad New Orleans) op bluesy, melancholische wijze vaarwel te zeggen.

Quasi perfecte jazzconcerten zijn er niet vaak te horen in België, maar het aantreden van Dave Holland in de Gentse Bijloke mag men zonder twisten toevoegen aan het lijstje met de beste optredens van 2010. Met bloedmooie composities, bezielde improvisaties en een toegankelijke vorm van jazzy vrijheid, kijkt een timide Dave Holland zowel naar de traditie, als naar het heden en naar de toekomst. Beter wordt dergelijke muziek zelden. Dit was zo'n concert dat mensen doet beseffen waarom zo dol zijn op dit genre.

Meer over Dave Holland Quintet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.