Ivan Fischer is een graag geziene gast in Bozar. Elk jaar opnieuw is hij met zijn vermaarde Budapest Festival Orchestra opgenomen in de cyclus toporkesten. Vooral zijn Mahler-interpretaties springen hierbij in het oog, met recent nog zijn vertolking van ‘Das Lied von der Erde’ en de vierde symfonie. Ook op discografisch vlak (bij het label Channel Classics) onderscheiden chef en orkest zich buitengewoon. Op 3 maart was dit koppel in Brussel te horen in een rijkelijk en evenwichtig Wagner-programma.
Ivan Fischer is nog een van die wonderleerlingen van Hans Swarowsky, naast onder andere Claudio Abbado en Mariss Janson, die de partituuranalyse perfect beheersen en ze op een gelijkmoedige en aannemelijke manier kunnen communiceren naar het orkest. Deze heel positieve en gedienstige manier van met het orkest omgaan is iets dat enorm opvalt in de concerten van Fischer. Alle ster-chefallures zijn hem namelijk vreemd. Hijzelf was het die door deze aanpak zijn Budapest Festival Orkest tot een van de beste orkesten ter wereld maakte. Een constante in de discografie van de wonderlijke symbiose tussen chef en orkest is dat alle soorten muziek, van Beethoven over Rossini tot Mahler en verder, van een grote natuurlijkheid getuigen en kwalitatief van het allerhoogste niveau zijn. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen om deze muzikanten in een volledig Wagner-programma te horen.
Vervolgens hoorde men de 'Ouverture en bacchanale' uit 'Tannhäuser', Wagners eerste mature opera na 'Der Fliegende Hollander'. In deze heel verscheiden en enorm kleurrijke partituur kwam het orkest voor het eerst tot volle wasdom. Neem daarbij de zin voor detail en opbouw van Ivan Fischer in ogenschouw, en elk luisteraar wordt meegesleept in een wereld die door zijn programmatische connotatie extra zinnenprikkelend wordt. Door zachtzinnig te werk te gaan en met texturen te spelen, wordt de muziek nooit pompeus. Dit waren ook de krachtpunten in de 'Ouverture' tot 'Die Meistersinger von Nürnberg'. Vaak gebruikt als makkelijk verteerbaar toemaatje, waarbij alle nuances verloren gaan in het orkestgeweld, was het een openbaring om Fischer hier de ballast van de uitvoeringspraktijk te voelen wegnemen en deze muziek in ere te herstellen. Het publiek ging dan ook enthousiast de pauze in.
Een weergaloze Wagner-avond dus, door een absoluut topdirigent en een bewonderend orkest dat hem op zijn wenken bedient, aangevuld met de uitermate voor dit repertoire geschikte sopraan van Petra Lang.