Met de komst van Sir Richard Bishop en een kleine stoet van kleurrijke muzikale figuren in zijn kielzog, mochten in Vooruit de voorgekauwde muzikale formats een hele avond in de schuif blijven liggen. De eigenzinnigheid van de drie aantredende acts was de enige spelbepaler.
Wanneer op een doordeweekse concertavond drie groepen na elkaar geprogrammeerd staan, kan men er prat op gaan dat het allemaal gebalde of korte sets zullen worden. Zo kreeg opener Cian Nugent & The Cosmos slechts een half uurtje om het publiek te overtuigen. Nugent, een Ierse gitarist, bracht in 2013 de opgemerkte plaat ‘Born With The Caul’ uit, waarop hij voor het eerst uitsluitend elektrisch speelt. Waar hij met zijn akoestisch getokkel op de vorige platen en ep’s ging aanleunen bij het solowerk van Sir Richard Bishop en Glenn Jones, creëerde hij met The Cosmos voornamelijk een psychedelische seventiessound. Oordoppen waren daarbij geen overbodige luxe.
Cian Nugent & The Cosmos
De intensiteit in de lange afsluiter werd naar het einde toe gevoelig opgedreven en de huidige geluidsnormen leken even niet meer van tel, tot de groep plots een funky groove tevoorschijn toverde, die klonk alsof Earth een stuk van Grand Funk Railroad coverde. Het was toen al lang duidelijk dat de band het moest hebben van deze afwisseling tussen vaag uitwaaierende psychedelica en afgemeten grooves, verrijkt met het gitaarspel van Nugent. Al hadden deze troeven in Gent wel een beetje te lijden onder de rommelige indruk die The Cosmos soms wekte.
Voor veel bezoekers volgde dan de hoofdschotel van de avond. Voormalig Sun City Girls-gitarist Sir Richard Bishop nam plaats op het podium, gewapend met een gitaar en een microfoon. De man had in de loop van de dag wat problemen gehad met zijn instrument, maar meer dan een spottend “eveybody’s gotta see a doctor sometime” wilde hij daarover niet kwijt. Na een instrumentale opener waarin een oosterse toonladder domineerde, trakteerde Bishop het publiek op behoorlijk wat Sun City Girls-werk, zoals het venijnige en ronduit vunzige ‘Eyeball In A Quart Jar Of Snot’, een bijna theatraal werk dat de Amerikaan in zijn soloshows wel vaker brengt. De instrumentale gitaarstukken leken opvallend genoeg eerder als intermezzo’s te fungeren, al was de geweldige versie van het heftige ‘Abydos’ een onbetwist hoogtepunt in de set.
Sir Richard Bishop
Eenmaal op dreef was Bishop moeilijk van de wijs te brengen en speelde bovendien gepast in op de omstandigheden waarin het concert plaatsvond. Zo vroeg hij het uitgelaten publiek jennend om een verzoeknummer (“which I’m not gonna play”) en pikte hij middenin een song in op het lawaai van een weggegooide drankbeker. Hiermee illustreerde hij zijn status als een origineel instrumentalist en opmerkelijk improvisator, die humor en zelfspot niet schuwt. Liefhebbers van zijn solo gitaarspel kwamen tijdens deze set wat minder aan hun trekken, maar Bishop maakte dat goed door een uitzonderlijk entertainende show af te leveren.
Voor het slot van de avond mochten alle muzikale regels nog even volledig aan de laars worden gelapt. Multi-instrumentalist Mick (of Michael) Flower en drummer/percussionist Chris Corsano trokken de muziek helemaal de vrijheid in, vaak met het nodige geweld. De twee werken al enkele jaren samen als Flower-Corsano Duo en in die tijd hebben ze al wat fans voor zich weten te winnen met albums op obscure labels, enkele zelfgeproduceerde releases en uitgebreide tournees. De voorbije jaren speelde het duo ondermeer in Brussel (Les Ateliers Claus) en Antwerpen (Scheld'apen) en nu was het de beurt aan Gent om voor de bijl te gaan.
Flower-Corsano Duo (foto: Paul Blakemore)
Het duo knalde er een klein uur op los, waarbij de dynamiek mooi golvend werd gehouden, maar van de boeiende uitwisselingen waarvan op plaat reeds voldoende bewijzen werden geleverd, was op het podium van de Balzaal jammer genoeg weinig te merken. De toeschouwers kregen daarentegen een draaikolk van geluid voorgeschoteld waarin altijd weer nieuwe, weliswaar weinig gedefinieerde klanken en ideeën voorbij zweefden. Enkel de heftig hakkende punkritmes van Corsano zorgden nog even voor een adrenalinemoment, maar ook die konden uiteindelijk niet verhullen dat het duo haar normale niveau amper of nooit wist te halen. Het meest enthousiaste applaus van de avond kon daar ook niks meer aan veranderen.