Een betere timing was haast niet mogelijk: enkele weken nadat drie vrouwen de Nobelprijs voor de vrede kregen, is het festival Voix de Femmes aan haar tiende editie toe en strijkt van 17 tot en met 25 november neer in Luik, Brussel en Antwerpen.
Voor de eerste editie van Voix de Femmes moet terug gegaan worden tot in 1991. In 1992 was er een tweede editie, maar daarna werd het parcours onregelmatig. Vanaf 2005 bevraagt het festival tweejaarlijks de rol van de vrouw in de hedendaagse maatschappij en de kunst. Zo staat deze jubileumeditie in het teken van de vrouwenverenigingen en biedt het naast muziek ook podium- en beeldende kunsten, film, workshops, forums en ontmoetingen, maar de nadruk blijft op het muzikale liggen. Verspreid over de Caserne Fonck in Luik, het Zuiderpershuis in Antwerpen en het Etterbeekse cultuurcentrum Espace Senghor treden meer dan tien acts aan, waarvan sommige op meerdere locaties.
Heel anders klinkt de muziek van Dobet Gnahoré uit Ivoorkust. In tegenstelling tot wat de cover van haar cd ‘Djekpa la You’ laat vermoeden – waarop een met aarde ingesmeerde Gnahoré te zien is met traditionele haartooi en sieraden – leunt ze meer aan bij de pop en rock. Haar geluid drijft meer op gitaar en drums dan op traditionele instrumenten, hoewel ze zingt in diverse Afrikaanse talen.
De Afrikaanse inbreng op Voix de Femmes wordt vervolledigd door de vier Pygmeezangeressen van Intwatwa uit Rwanda en het koor Deba van het eiland Mayotte. Deze 15 vrouwen van 16 tot 62 jaar waren twee jaar geleden nog te horen op Sfinks en combineren koorzang met gestileerde en vaak trage bewegingen, die het trance-effect van hun muziek nog versterken.
Wie de geografische indeling van de affiche heel strak aanhoudt, zal moeten opmerken dat ook de Algerijnse Houria Aïchi in het rijtje thuishoort, maar muzikaal is er een wereld van verschil tussen het geluid van zwart Afrika en Noord Afrika. Dit geldt zeker voor Aïchi die muzikaal meer naar het oosten lonkt, maar eigenlijk nog verder afdwaalt. Zeker wanneer ze met Les Cavaliers de l’Aurès (waarvoor ze begeleid wordt door de muzikanten van Hijâz’Car) optreedt. Van het instrumentarium met percussie, ud, tarhu, hajouj en (bas)klarinet is vooral het geluid van dit laatste instrument opvallend. Het zorgt voor een heel eigen kleur, waarmee de muziek verdwijnt uit de “zuivere” traditionele muziek zonder dat de ritmische finesse ervan verloren gaat. Het maakt de optreden van Houria Aïchi van 19 november in Luik tot een potentieel hoogtepunt van Voix de Femmes.
Van de Europese inbreng zijn vooral de concerten van het Poolse Čači Vorba in het Zuiderpershuis (17 november), Caserne Fonck (19 november) en Espace Senghor (23 november) aan te stippen. Deze band rond de zangeres-violiste Maria Natanson maakt voor haar Roemeense, Bulgaarse, Albanese, Slovaakse, Poolse en Russische zigeunermuziek hoofdzakelijk gebruik van heel vertrouwde instrumenten als accordeon en contrabas. Toch slaagt de groep er in een fris geluid te genereren, onder andere door goed uitgebouwde arrangementen die muzikaal interessant zijn, zonder gezocht over te komen.
De andere Europese stemmen op Voix de Femmes zijn de Griekse Nena Venetsanou die haar project ‘1000+1 Cities’ komt voorstellen en Voci di Finis Terrae dat Salentijnse traditionele meerstemmige muziek brengt, vaag in de traditie van Corsicaanse polyfonie.
Wie waar en wanneer speelt is te vinden op de site van het festival of bij de drie deelnemende zalen.