Anton Eberl bekleedt een positie in de muziekgeschiedenis tussen Mozart en Beethoven in. Hij kende beide componisten, schreef de begrafeniscantate 'Bey Mozarts Grabe' en bleef contacten onderhouden met Mozarts familie tot aan zijn eigen dood in 1807. Tegelijkertijd was hij Beethovens grootste rivaal voor de gunsten van het Weense publiek in de vroege negentiende eeuw en werd hij door tijdgenoten gemakkelijk als evenwaardig aan Beethoven beschouwd. Mozart bleef echter steeds Eberls grote voorbeeld. De drie werken op deze plaat, een kwintet voor klarinet, twee altviolen, cello en piano, eentje voor hobo, viool, altviool, cello en piano en een trio voor klarinet, cello en piano, vormen zo een synthese tussen Mozarts erfenis en de vroeg negentiende-eeuwse stijl van Beethoven, Ries en enkele tijdgenoten.

En dit is muziek die de moeite waard is, boeiend blijft en veel zin voor muzikaliteit verraadt. De elegantie van Mozart is hoorbaar in de stijlvolle versieringen van de pianopartij en die van klarinet en hobo. De plotse wisselingen tussen mineur en majeur, bijvoorbeeld, zoals in het 'Grand Trio' dragen dan weer onmiskenbaar de stempel van de negentiende eeuw. Sommige van zijn werken werden al tijdens zijn leven en tot in de twintigste eeuw aan Mozart toegeschreven – iets waar Mozart zelf ook niets op tegen had, wat genoeg zegt over Eberls talent. Hoog tijd dus voor een herwaardering van zijn muziek maar daar zal deze cd niet meteen voor zorgen, omdat de uitvoering nogal teleur stelt.

En dat is doodjammer van Eberl heeft weldegelijk mooie en gevoelige muziek geschreven. De vergelijking die in zijn tijd tussen hem en Beethoven werd gemaakt is geenszins onterecht maar de uitvoering maakt veel kapot. Zo klinkt klarinettist Dieter Klöcker alsof hij klezmer aan het spelen is (echt waar!), haalt hij wat huilerig uit op hoge noten bezit zijn klarinet niets van die warme en rijke klank die deze combinatie van instrumenten zou kunnen inspireren. Bij momenten kan men zich zelfs afvragen of dit geen persiflage is... Ook de trage delen overtuigen niet, die worden statisch en inspiratieloos uitgevoerd. Mooie momenten van sommige muzikanten, van pianist Thomas Duis bijvoorbeeld, of cellist Armin Fromm kunnen het tij niet keren. Bovendien merk je dat ook het hele ensemble niet altijd even overtuigd achter deze muziek staat. Het is dan ook een opluchting om het hobokwintet, het laatste werk op de plaat, te horen. Want hier komt Eberls muziek tenminste tot zijn recht. Hoboïst Gernot Schmalfuss doet zijn best Eberls muziek gevarieerd en jeugdig te brengen en dit kwintet komt dan ook sprankelend en vrolijk over. De combinatie van strijkers, hobo en piano doet verrassend symfonisch aan, zeker omdat de strijkers in dit werk met een aardige vibrato spelen.

De muziek van Anton Eberl mag zeker gehoord worden, is melodieus, niet eentonig en zit goed in elkaar. Beslist materiaal voor een goede cd maar dat levert dit plaatje niet echt af – daarvoor was een betere uitvoering nodig geweest.

Meer over Anton Eberl


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.