Antonio Vivaldis naam is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van het barokke en klassieke concerto als virtuoos solowerk voor een of meerdere instrumenten met orkestbegeleiding. Als 'maestro di violino', muziekleraar zeg maar, in een van Venetiës weeshuizen, waar tijdens de vroege achttiende eeuw op hoog niveau muziek werd gemaakt, had hij gelegenheid genoeg om te experimenteren met verschillende stijlen. Hij bracht het tot een synthese van eerdere werken van Tomaso Albinoni of Arcangelo Corelli en stelde de 'klassieke' vorm van het concerto vast tot een driedelige compositie waarbij een langzaam deel omsloten werd door twee snelle en virtuoze hoekdelen. Deze plaat presenteert zes concerti en concerto grossi voor verscheidene instrumenten, uitgevoerd op historische instrumenten door de Akademie für Alte Musik Berlin.

De selectie van concertos die de muzikanten van de Akademie für Alte Musik Berlin maakten is stijlvol en gevarieerd. Opvallend zijn bijvoorbeeld het concerto voor twee hobo's in d, RV535, voor twee cello's RV 531 of een concerto grosso voor viool, twee hobo's, fagot, twee hoorns en strijkers.

Met een natuurlijke maar erg ontwikkelde zin voor frasering en muzikale retoriek krijgt deze muziek ineens zoveel meer en de muzikanten van de Akademie für Alte Musik Berlin aarzelen dan ook niet om accenten of plotse dynamische verschillen toe te voegen aan deze muziek. Knap is bijvoorbeeld het eerste deel van het concerto grosso voor strijkers RV 156, dat als een ijzeren mars voortschrijdt, waardig en streng en met een hardheid die men doorgaans niet met Vivaldi associeert. De trage delen worden volledig vlak, zonder vibrato uitgevoerd maar bezitten toch een zekere zachtheid, zoals in het concerto voor twee violen, RV 522.

Bij de solisten speelt Midori Seiler zoals steeds een schitterende solopartij in het vioolconcerto in E, RV 265, met een briljante virtuositeit, een loepzuiver langzaam deel en net genoeg vrijheid op snelle passages om ook die heel muzikaal te doen klinken. We denken dan onmiddellijk aan de verblindende Vivaldi interpretaties van de Italiaanse barokviolist Giuliano Carmignola maar Seiler moet voor hem geenszins onderdoen. Ook de twee hoboïsten, Xenia Löffler en Michael Bosch voeren een erg muzikaal en waar nodig opzwepende solopartij uit. Nog even het langzame deel uit het concerto voor twee cello's vermelden, waar beide solisten een rustige, pastorale sfeer maken. De cd besluit met een concerto grosso voor zes solisten (viool, 2 hobo's, 2 hoorns en fagot) waarbij elke solist eventjes op de voorgrond kan treden.

Een cd'tje als deze bewijst overtuigend dat Vivaldi niet "vierhonderd concerti schreef, en als je er één gehoord hebt, ken je ze allemaal", zoals Stravinski ooit wat denigrerend opmerkte. Bovendien is het altijd mooi om een uitvoering te horen waarin je bij elk instrument duidelijk de verschillende klankkwaliteit en verschillende techniek van elk historisch instrument kunt waarderen.

Meer over Antonio Vivaldi


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.