Critici hebben lang naar de juiste woorden gezocht om het werk van avant-gardepianist Craig Taborn te catalogeren. Zijn vroegste albums als leider en co-leider getuigden van een diepgewortelde wil om de hedendaagse jazz te hervormen en lieten dikwijls een compromisloos geluid horen dat de recensenten in twee uiterste kampen verdeelde. Ook de soloplaat die Taborn laatst bij ECM uitbracht, is een statement waarvan de kritische luisteraar aanvankelijk niet weet wat denken, maar waarvan hij tegelijk voelt dat het hier om een extreem soort jazz gaat. Modern klassiek klinkt er in door, maar dat is een gemeenplaats die het solo piano-repertoire te vaak krijgt opgekleefd. In Taborns geval is de voeling met de vroeg 20e-eeuwse hervormingen van onder andere Schönberg, Webern en Berg een essentieel onderdeel van zijn improvisaties. De totale aanvaarding van chromatiek is eigenlijk hun erfenis en het zijn diezelfde principes die door free jazz-icoon Alexander von Schlippenbach werden gebruikt binnen diens albums onder de noemer 'Twelve Tone Tales' uit 2005. In korte gedichten zoals 'Glossolalia' omarmt Taborn alle toetsen van zijn klavier simultaan, met een prachtig muzikaal toondicht tot gevolg.

Bij solo pianomuziek wordt virtuositeit dikwijls als een impliciet criterium gezien om de waarde van de improviserende muzikant in te schatten. Bij Taborn is die virtuositeit niet alleen technisch doorgedreven maar even goed intellectueel. Wat de pianist immers doet is vanuit een heel beperkt aantal bouwstenen zoeken naar spanning en betekenis binnen akkoorden. Die worden buiten hun traditioneel ondersteunde context gehaald en krijgen hier een betekenis op zichzelf. In 'Diamond Turning Dream', waarin de rechterhand een pijnlijk verdict eindeloos lijkt te herhalen, is het vooral in de linkerhand dat Taborn zijn improvisatie opbouwt. Hij bedient zich hierbij niet altijd van ritmische motieven, waardoor bepaalde nummers nog weinig met de traditionele jazz van doen hebben. Syncopes en traditionele voicings gaat Taborn immers uit de weg: in de plaats onderzoekt hij de basisprincipes die muziek in het algemeen voor hem interessant maken. De nummers die zo ontstaan hebben uiteraard een bevreemdende uitwerken, maar blijken na ettelijke luisterbeurten steeds lyrischer te worden. Eenmaal men zich, net als Taborn, min of meer kan losmaken van datgene waar jazz traditioneel mee wordt geassocieerd, krijgt men een totaal nieuw inzicht in wat het genre nog kan betekenen.

De kracht van 'Avenging Angels' schuilt ook in zijn veelzijdigheid. Zo kan Taborn eveneens melodischer uitpakken, zoals in het titelnummer: 'Avenging Angel' pakt de pianist puntig aan, waarbij het alweer dikwijls de linkerhand lijkt te zijn die de rechter aanmaant tot vertragingen, versnellingen of onverwachte stops. De (anti-)communicatie tussen beide handen is bij Taborn cruciaal: ofwel benadert hij hen als afzonderlijke entiteiten en interageren ze slechts van op een afstand met elkaar, ofwel versmelten hun stemmen integraalcompleet.

Taborn gaat zelfs nog verder: in openingsnummer 'The Broad Day King' speelt hij met de extremen van de opnamemogelijkheden. Zo wordt de luisteraar meteen gedwongen een bepaald volume te kiezen waardoor de bassen goed kunnen doordringen, maar wie dat bereik aanhoudt krijgt scherpe hoge tonen te horen die de trommelvliezen werkelijk pijnigen. Het contrast tussen een zacht tapijt van bassen en een snerpende sopraanstem wordt op die manier zelfs voorbij de muziek toegepast binnen de plaat.

Waar 'Avenging Angel' zich aanvankelijk op gang trekt als een uiterst gevarieerde benadering van het klavier, streeft Taborn gaandeweg steeds meer naar een uniforme visie. Vanaf 'Gift Horse/Over the Water' (alweer met een schitterende, deze keer zelfs hippe dialoog tussen beide handen) brengt de toetsenist het geheel in een stroomversnelling, waar het slotnummer 'This Is How You Disappear' dan weer lijnrecht tegenover staat. Het laatste woord is dus aan het contrast, dat hoogtij viert doorheen het ganse album.

Verdient Taborn het label Einzelgänger dat hij met deze cd zal opgekleefd krijgen? Vorig seizoen was Taborn nog te gast in BOZAR samen met Vijay Iyer, wiens pianospel (recent te horen op zijn plaat 'Solo') duidelijk veel meer geënt is op de jazztraditie. Ook met Brad Mehldau of Fred Hersch, twee individuen die bekend staan om het doorbreken van de linkerhand als louter begeleidend, gaat de vergelijking niet op, want Taborn wuift de klassieke jazzakkoorden vaarwel en creëert zijn eigen tonale reeksen in de plaats. In 'A Diffucult Thing Said Simply' hoort men hoe universeel Taborns ontwrichtende, nieuwe taal kan zijn. 'Avenging Angel' plukt er als album de vruchten van, hoewel men de plaat niet dagelijks kan draaien. Daarvoor heeft Taborn de boterham te dik belegd. Maar zijn status als paria van de jazz is hiermee in ieder geval bevestigd.

Meer over Craig Taborn


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.