Henry Grimes leeft! De legendarische bassist die het podium deelde met Sonny Rollins, Thelonious Monk en de groten uit de freejazz – Cecil Taylor, Don Cherry, Albert Ayler, Archie Shepp, Pharoah Sanders – werd midden de jaren '80 door een Amerikaanse magazine dood verklaard. Deze concertopname van 5 juni 2004 laat er geen twijfel over bestaan: hij is er terug en niet alleen in de letterlijke betekenis van het woord. Wie zich na jaren inactiviteit terug laat horen in het gezelschap van saxofonist David Murray en drummer Hamid Drake moet zich wel heel sterk voelen. En zo klinkt Grimes hier ook. 'Live at the Kerava Jazz Festival' is vrij van enige protserige all-star allures of genante Night of the Proms nostalgie. Dit is muziek op het scherp van de snee, muziek van nu.
Toch laten de drie hier duidelijk horen dat ze hun traditie niet verloochenen. Ze kunnen dat ook gemakkelijk doen. Met hun respectievelijke staten van dienst moeten ze zich niet meer bewijzen als een macho-trio. David Murray laveert behendig tussen een melodische, klassieke toon en overblazen. Bij hem blijft deze "experimentele" techniek echter steevast zacht en aangenaam. Het is voor hem een verworven recht en niet uitsluitend een middel om het publiek op de banken te krijgen. Murray heeft in het verleden dan ook al meer ritmesecties naar huis geblazen dan de gemiddelde scheidsrechter voetballers. Ook Hamid Drake laat de spierballen op reserve draaien, maar blijft ongemeen sterk en vooral muzikaal. De manier waarop hij de muziek laat swingen zonder in klassieke swingpatronen te vervallen is ronduit adembenemend. Hij geeft deze cd zo de perfecte balans tussen toegankelijk en venijnig stekend. Grimes zelf valt vooral op door een sappig, elastieken basgeluid. Als begeleider houdt hij vaak een walking bass-lijn aan (in 'Flowers for Albert' soms wat stroef), maar als de teugels losgelaten worden plukt hij als een bezetene. De onregelmatige ritmes en het verschroeiende tempo geven dan het effect van een basorkest, waarbij het geluid primeert op de exacte noten. Vooral in zijn solo in 'Spin' stuurt hij een constante, steeds veranderen stroom geluid op de luisteraar af, waarbij hoegenaamd geen greep te krijgen is op de contouren van de klank.
Ook als trio vinden de drie een goede weg tussen traditie en vrijheid., al valt wel op dat deze balans het best uitkomt in de langere nummers. Het meer dan 25 minuten durende 'Eighty Degrees' is trouwens niet minder dan een meesterwerk. Grimes en Murray (op basklarinet) zetten als duo in waarbij de afgeknepen klanken van deze laatste een spitse drive opleveren, geschraagd door een lossere basis van Grimes. Met het bijkomen van Drake ontwikkelt zich dan het sublieme spel van (net niet) swingen, waarbij subtiele verschuivingen en onregelmatigheden de spanning onophoudelijk laten opkomen en oplossen. Drake's fijn gespeelde en gelaagde drumsolo is een juweeltje waarbij muzikaliteit primeert op het "wow, een drumsolo"-gevoel. Wanneer Murray hierna naar de tenorsax grijpt gooit hij alles los en sleurt hij Drake en Grimes mee.
Grimes leeft, inderdaad. En daar helpt geen slecht geïnformeerd magazine aan.

Meer over Henry Grimes Trio


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.