Hoewel de knotsgekke bassist Jah Wobble l multicultureel ingesteld is, heeft de man -naast een grote liefde voor alles wat psychedelisch en dubby klinkt- ook respect voor eigen, Engelse folkroots. Dit vervolg op het moeizame 'English Roots Music', een release die de extase van de soms spectaculaire live-optredens tracht te benaderen, beklemtoont deze voorliefde. Met een belangrijke rol voor de vrouwelijke zang (de lieflijke, hoge stemmen van Clea Rose en Liz Carter) heeft dit plaatje inderdaad af en toe wat Keltische of zelfs Ierse trekjes. Toch blijkt de samensmelting tussen traditionele muziek en de basdubs van Jah Wobble niet altijd een schot in de roos te zijn.

Op het eerste gezicht is er op deze cd weinig terug te vinden van de avant-gardistische reggae-escapades van Wobble. De plaat komt wat moeizaam op gang met een popsong waarbij drummer, zangeres en gitarist elk een beetje hun eigen kant lijken op te gaan en de gebrekkige samenzang het geheel een repetitiehok-uitstraling geeft (iets wat in 'Ploughboy's Dream' even later terugkeert). Een en ander heeft allicht te maken met het feit dat elk nummer in één keer is opgenomen. Toch blijft een gevoel van tekortkoming overheersen. Wobble heeft weliswaar de reputatie muzikale harmonieën te durven verwaarlozen, maar ook op het gebied van creatieve uitdaging stelt het voortkabbelende 'One Day' niet veel anders voor dan een flauwe weerspiegeling lijkt van het vroege werk van Massive Attack. Het gekende reggaenummer 'No no no' van Dawn Penn lijkt dan een betere start, hoewel ook nu nog een rechtlijnig spel en de wat karakterloze inkleuring de fluwelen, strelende zang verstoren. Zo lijkt heel de plaat nogal kunstmatig en geforceerd opgetrokken. 'Blacksmiths Song' is met zijn rollende baslijn zeker geen verbetering van de hemelsmooie versie die de Keltische nimf Laureena McKennitt opnam en ook het vrolijke 'Rocky Road to Dublin' bevat niet de nodige guinness- of whiskydampen die het nummer krachtiger zouden kunnen doen overkomen. Toch volgt na enige tijd ongemerkt een keerpunt. Plots komen de traditionele folk-invloeden meer in de muziek te liggen en krijgt 'Jah Wobble & the English Roots Band' meer diepgang. De zang benadert het instrumentale kader en vormt er een aangename aanvulling op, in plaats van er een storende nevenfactor van te zijn. Zo grijpt 'And There Was the Sea' heerlijk naar hogere sferen toe en is 'Byker Hill' een bijna tien minuten durende, wervelende jamsessie die daadwerkelijk het live-gevoel van dit combo sterk benadert. Dat verhindert niet dat Jah Wobble de aandacht net iets te vaak naar zich toetrekt en met zijn rollende baslijnen de vlotheid van deze muziek verzwaart. Zo is ook afsluiter 'Full Steam' een wilde spacejam met wat jazzy invloeden die nog weinig met folk te maken lijkt te hebben.

De idee om 'the best of both worlds' samen te voegen en het vuur van de Enlgish Roots livesessies terug te doen oplaaien, komt op dit plaatje niet echt ten volle tot zijn recht. De ene keer wordt wat in de richting van traditionele folk geknipoogd, de andere keer naar de experimentele jazzdubs van Wobble. Beide gaan echter zelden mooi hand in hand. Spijtig genoeg zal dit dus niet de meest memorabele plaat worden uit Jah Wobbles inmiddels toch erg stevige catalogus.

Meer over Jah Wobble & the English Roots Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.