Van nationalistische componisten uit het hoge noorden, zoals Jean Sibelius en Bedřich Smetana er twee zijn, kent het grote publiek vooral de zeer verhalende, gepathetiseerd uitgewerkte symfonische gedichten of symfonieën, die de schoonheid van de eigen streek moesten bezingen. Lijnrecht tegenover dergelijke verheerlijking van de eigen bodem, staan de ingrijpende beslommeringen waarmee zowel Sibelius als Smetana op persoonlijk vlak te kampen hadden. Sibelius kampte met zware depressies en Smetana zou doof worden en finaal zelfs in een gesticht belanden. Uiteraard draagt de muziek van beide componisten de tragische tekenen van dergelijke private rompslomp. Meer dan in het bewaard gebleven symfonische werk waarmee beide componisten dikwijls geassocieerd worden, vindt men in hun beider kamermuziekrepertoire de sporen van een hevige levensstrijd. In Sibelius' 'Voces Intimae' lijkt er een acceptatie aan de gang van vergevorderde tonale systemen onder invloed van Mahler en Strauss, en het tweede strijkkwartet van Smetana lijkt dan weer bij momenten geïnspireerd op de brute kracht die men in de kamermuziekwerken van zijn landgenoot Leoš Janáček pleegt te vinden. Waar de kamermuziekwerken van Smetana echter altijd in de marge zijn gebleven van zijn 'Má Vlast' ("mijn vaderland"), waar de gekende 'Moldau' deel van uitmaakt, staat het kwartet van Sibelius bij liefhebbers van kamermuziek hoog aangeschreven omwille van een soberheid die toelaat de ijskoude emoties perfect te laten opborrelen. Dat het Britse Dante Quartet, een meermaals bekroond ensemble dat na opnames met Debussy, Ravel, Fauré en Franck voor Hyperion nu ook verder kijkt dan alleen Franse kamermuziek, deze partituren onder de loep neemt, is goed nieuws voor wie houdt van strikte, weinig aangedikte lezingen waarin het alleen de partituur zelf is die kan spreken.

Zoals gezegd is Sibelius 'Voces intimae' een standaardwerk voor strijkkwartetten, hoewel het niet bijster veel wordt opgenomen. Nochtans is het een heel communicatief werk, dankbaar voor kwartetten die hun vermogen om op elkaar in te spelen willen aanscherpen. Meer dan de grote gezamenlijke beweging die men bij de zuiver 19e-eeuwse romantici hoort, schreef Sibelius vier eerder op het individu geënte stemmen waarbij het niet evident is dat ze in elkaars maalstroom meegaan. De "eigenwijsheid" van de verschillende partijen is bitter, op het onthutsende af. Daarbij komt dan nog eens het losbreken uit tonale systemen, hetgeen een totaal gebrek aan stabiliteit met zich meebrengt. De onderkoelde passie van het Dante Quartet staat dit meesterwerk van Sibelius overigens perfect: het kwartet weigert de muziek op te poetsen met een effectrijke, brede klank, maar speelt de muziek bewust lijzig. Gevoelsmatig wordt dit werk er alleen maar krachtiger om.

Op Smetana wreekt de rationele aanpak van de Dante's zich een beetje. Zeker in het eerste strijkkwartet, met als ondertitel 'From My Life', mist hun uitvoering dwingende keuzes. De partituur is op zich nogal vrijblijvend, maar het weemoedig getinte slot, ingeluid door de muzikale verklanking van het moment waarop Smetana te horen kreeg dat hij volledig doof zou worden, wordt hier wat te slap uitgewerkt. De voorgaande delen, respectievelijk beschrijvingen van Smetana's visie op kunst tijdens zijn jeugd, zijn vroege aanrakingen met volksmuziek en de herinnering aan zijn eerste grote liefde, stellen het zonder overdrijvingen, wat wel weer mooi meegenomen is. In Smetana's tweede strijkwartet, geschreven toen zijn doofheid en zijn geestesgesteldheid er allebei verder op waren achteruit gegaan, brengt het Dante kwartet overigens wel opnieuw de wrange smaak van hun Sibelius-uitvoering naar boven: zonder opsmuk, maar energiek en zeer nauwgezet.

Samenvattend zou men kunnen zeggen dat de vier leden van dit kwartet met een onderkoelde intensiteit spelen, die waarschijnlijk niet iedereen zal kunnen smaken. Zeker de soms "eigentijdse" overdrijvingen die bepaalde kwartetten bij grotere labels opzoeken, is hier totaal afwezig. Het Dante Quartet, niet toevallig onder contract bij een label dat de rationele onderbouw van een uitvoering belangrijker acht dan de looks van de uitvoerende musicus, kiest kortom voor puurheid, wat in de twee mooiste werken van deze opname alvast zijn vruchten afwerpt.

Meer over Jean Sibelius, Bedřich Smetana


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.