Pas als zeventienjarige begon Jeanfrançois Prins gitaar te spelen, maar met ouders die een platenwinkel open hielden, kwam hij wel al vroeg in contact met jazz. De klassieke traditie van die muziek is duidelijk nog steeds zijn biotoop: grote experimenten of opzichtige virtuositeit zijn aan hem niet besteed. Marketinggewijs is de Belg die in Berlijn woont en werkt dus een ramp, maar gelukkig zijn zijn muzikale kwaliteiten daar omgekeerd evenredig mee.

‘El Gauco’, Prins’ zesde album, is er een dat om luisteren vraagt, niet om horen. Wie tijdens een plaatje graag met iets anders bezig is, is gedoemd om de kwaliteiten van de muziek over het hoofd te zien. Prins en zijn trio, met de komst van de indrukwekkende saxofonist Rich Perry soms een kwartet, nemen de luisteraar immers mee naar de binnenkant van de muziek, naar de kleinigheden die groot maken, de subtiliteiten in ritme, articulatie en geluid.

Prins laat op deze cd weer zijn vertrouwde klare lijn horen: een geluid op kousenvoeten waarin lyrische melodieën en akkoorden tot een consistent geheel versmelten dat zacht loopt, maar bulkt van de details. De manier waarop hij net wat tegenhoudt op het ritme, noten bescheiden afbuigt, akkoorden puntig en tegelijk omfloerst plaats en laat verkleuren, opent een wereld op zich: tegelijk zijdezacht en messcherp.

In bassist Joris Teepe en drummer Victor Lewis heeft Prins een gedroomde ritmetandem: goed geolied, stabiel waar het nodig is, prikkend waar het kan. Teepe speelt met een souplesse die Prins waardig is en Lewis kiest vaak voor geborstelde miniatuurswing met fris tintelende cimbalen en lekker krokante roffels. Dat Rich Perry eveneens een dergelijke finesse in huis heeft, is genoegzaam bekend: zoals Prins articuleert op gitaar, zo doet de Amerikaan dat op tenorsax. Het maakt het label musician’s musician zo gemakkelijk, maar ook zo onterecht. Perry en Prins kunnen namelijk meer dan alleen hun collega’s aanspreken.

Zoals de muzikanten individueel voor de precisie gaan, zo doen ze dat ook in het samenspel. ‘Black Nile’ en ‘El Gaucho’ (twee van de drie Shorter-composities op de cd) zitten vol ritmische hoekjes en kantjes, vooral vanwege Lewis en Teepe, terwijl Prins en Perry hun gezamenlijk meesterschap laten horen in perfecte unisono-passages die bedrieglijk vanzelfsprekend lijken, maar eigenlijk haast akelig exact uitgevoerd worden.

Het komt de luisteraar dus niet allemaal zomaar aanwaaien. Ook bij de opbouw niet, want wanneer de groep even wat doorduwt, gebeurt dit haast terloops, alsof de luisteraar er zich niet bewust van mag zijn. Wie wie aansteekt in ‘Fifth Ave.’ of het organische ‘Wet’ is voor de luisteraar een vraag, voor de muzikanten een weet.

Soms mag het ook gerust wat luchtiger, zoals in Prins’ eigen ‘Zorro’ - een stuk dat twijfelt tussen een ambitieus niemendalletje en een meesterlijk miniatuurtje - of in het afsluitende ‘I’ll be Seeing You’ waarin Prins zich ook als crooner laat horen. Hier valt helaas op dat hij als vocalist niet de finesse, warmte of detailwerking van zijn gitaarspel kan etaleren, waardoor ‘El Gaucho’ afsluit met de minst boeiende track. Commercieel gezien geen goede zet, maar dat Prins het lak heeft aan commercie, daar laat deze plaat gelukkig vooral mooie voorbeelden van horen.

Meer over Jeanfrançois Prins


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.