Uit Brahms' eerste tien opusnummers zijn er zes voor piano geschreven, eentje is een pianotrio en de rest zijn liederen. Brahms' bescheidenheid en het feit dat hij er bewust van was in de voetsporen van Beethoven en Schumann te treden, zorgden ervoor dat hij zich niet meteen aan grote genres waagde. In deze nieuwe reeks bij het label Musikproduction Dabringhaus und Grimm (MDG) belicht de Duitse pianist Hardy Rittner Brahms' vroege pianowerk, met een eerste uitgave met Brahms tweede sonate op.2, de variaties op een thema va Schumann op.9 en de vier ballades op.10.

Zoals dat bij negentiende-eeuwse piano's vaker het geval is, houdt Rittners instrument zijn lezing van deze muziek droog en transparant. Zijn Streicher piano uit 1851 bezit geen greintje resonantie teveel en dat doet wonderen voor Brahms' contrapunt, dat helder en duidelijk weerklinkt. De droge klank kan ook goed het desolate karakter van de eerste ballade opus 10 weergeven, met zijn donker gekleurde bassen. Het middenregister kent dan weer een boeiende kleurenrijkdom, die bij momenten wat orkestraal aandoet, verrassend vanwege de toch overwegend droge klank van het instrument. Vooral het 'Hongaarse' thema uit de finale van de sonate komt heel verrassend en opvallend spits over op dit instrument. Voor deze vroege werken exploreert Hardy Rittner beide aspecten van Brahms' muzikale persoonlijkheid: zowel de impulsieve en extroverte 'Kreisler' (Brahms' alter ego naar een personage uit E.T.A. Hoffmann) als de bedaarde en in zichzelf gekeerde Brahms zelf en dat toont zich mooi in de zestien variaties op een thema van Schumann op.9. Waar pianistieke techniek de bovenhand voert, klinkt zijn interpretatie passend virtuoos en indrukwekkend maar het thema zelf bezit in deze uitvoering een bescheiden karakter dat weinig pianisten in hun interpretatie kunnen steken.

Rittner belicht bovendien vaak hoeveel deze werken nog aan twee grote pianist-componisten uit Brahms' jonge jaren te danken hebben: Schumann en Lizst. In vele passages schemeren hetzij Schumanns impulsiviteit hetzij Lizsts verblindende virtuositeit door. Zo kan het openingsdeel van de sonate duidelijk als een hommage aan Lizsts eigen pianowerk gezien worden (ook al kon Brahms' Hongaarse collega hem nooit volledig bekoren). Het stuwende karakter dat Rittner in de eerste ballade houdt haalt zo Schumanns eigen pianomuziek voor de geest.

Deze uitgave doet Brahms' muziek alle eer aan en legt terzelfder tijd een band met de muziek van Brahms' tijdgenoten. Bovendien is de transparante en gevarieerde klank van Rittners negentiende-eeuwse piano zonder twijfel een verrijking voor deze muziek.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.