Het London Symphony Orchestra neemt regelmatig, voor eigen label cd's op, met daarop opnames van live concerten die het orkest speelde. Dat komt goedkoop uit, en het resultaat is bij een toporkest als het LSO ook nog eens om duimen en vingers van af te likken. In 2003 en 2004 bracht het orkest de meeste orkestwerken van Johannes Brahms, onder leiding van Bernhard Haitink en die worden hier gebundeld op vier cd's. Naast de vier symfonieën krijgt de luisteraar ook nog Brahms tweede serenade, het dubbelconcerto voor viool en cello en de tragische ouverture te horen.

Het London Symphony Orchestra slaagt er erg goed in die rijke, volle orkestklank van Brahms late werken (en alle symfonieën zijn late werken, want Brahms durfde pas op drieënveertig jarige leeftijd zijn eerste af te werken) over te brengen. De strijkers klinken krachtig en vol in tutti passages, maar fijn en delicaat in zachtere stukken. De blazers daarentegen getuigen meteen van de grote kwaliteit die dit orkest kenmerkt. Solopassages in hobo of hoorn, zoals in het derde deel van de derde symfonie, klinken zelfzeker en muzikaal zoals alleen de beste muzikanten het kunnen. En de soloviool in het tweede deel van de eerste symfonie wordt mooi ingedekt door het orkest, zodat zijn timbre heel organisch deel uitmaakt van de orkestklank. Het meesterlijke spel van dit orkest uit zich ook in de mooi gefraseerde melodieën, iets waar de luisteraar normaal gesproken niet bewust aandacht aan besteedt, maar wat een grote muzikaliteit en zorg voor structuur verraadt.

Interpretatief doet Haitink weinig schokkende dingen: waar het LSO voor een brede orkestklank kiest, zijn de tempi zeker niet aan de trage kant. Alleen de tweed symfonie wordt wat grof gebracht, met (te) zware accenten in het eerste deel en een finale die wel snel is maar niet helemaal meeslepend. Dat is trouwens ook een klein gebrek in de andere symfonieën: de hoekdelen klinken zo goed als ze ook maar kunnen klinken, maar de lichtere middendelen zijn soms wat te zwaar voor het soort van muzikale 'spielerei' dat ze eigenlijk zijn. Dit is vooral duidelijk in de derde delen uit de tweede en vierde symfonie, waar de snelle, snedige ritmes merkbaar aan kracht verliezen.

De twee solisten van het dubbelconcerto, violist Gordan Nikolitch en cellist Tim Hugh, blijken geweldig goed op elkaar ingespeeld te zijn. Ze spelen met mooi gevarieerde vibrato, snel en wijd in het eerste deel, maar discreet en intiem in de stille stukken. Hun samenspel is perfect in balans, zonder dat een van hen dominant wordt, noch op de ander, noch op het orkest. En de rijke, volle klank van zowel viool als cello zorgt ervoor dat dit concerto een van de hoogtepunten van de cd wordt.

En (erg klein) zwakker puntje is dan weer de tweede serenade, die niet echt op het niveau van de andere werken staat. Dit jeugdwerk dat geschreven werd voor blazers en lage strijkers, wordt nochtans erg fris en vaak aan de snelle kant uitgevoerd, meer als een serenade van Haydn dan als een romantisch orkestwerk. Toch klinkt het orkest hier wat nonchalant en minder overtuigend dan in de symfonieën.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.