Na twee uitstekende edities die de eerste stappen waren in de opname van het volledige liedboek van Johannes Brahms, was het uitkijken naar het derde volume van de serie. Daarvoor reikte wereldvermaard begeleider Graham Johnson, die verantwoordelijk is voor de hele cyclus, de hand naar tenor Simon Bode, een nog jong solist die men niet meteen met de muziek van Brahms zou associëren. Tot op heden maakte de solist immers vooral zijn opwachting in de Duitse operahuizen, niet onverdienstelijk in de muziek van Mozart. Daarnaast geniet Bode ook enige bekendheid omwille van zijn fascinatie voor hedendaagse liedkunst, die hij af en toe exploreert. Dit derde volume uit wat een uitgebreide cyclus wordt, is zijn debuut voor Hyperion en zijn lichte stem past het repertoire inderdaad erg goed. Toch is het vreemd dat Graham Johnson, waarschijnlijk de meest prominente liedbegeleider van dit moment, geen grotere naam kon of wou strikken: na mezzo-sopraan Angelika Kirchschlager en sopraan Christine Schäffer is Bode immers een figuur die zijn naam nog moet vestigen. De kans dat deze erg mooie cd daar toe zal bijdragen is niet gering, hoewel het repertoire voor het grootste deel niet tot Brahms' beste werk behoort. Dit derde volume laat daarom ook de indruk na dat het alleen voor verzamelaars en onontbeerlijk schijfje betreft.

Zoals bij nog andere liedcomponisten botst men met Brahms op het probleem dat diverse liederen voor uiteenlopende stemmen gegroepeerd werden onder een en hetzelfde opusnummer. Een tendens die authenticiteit en respect voor de componist heropwaardeert, zou tot het idee kunnen leiden dat deze liederen in de exacte volgorde waarin de componist ze bedoeld heeft, moeten opgevoerd worden. Toch is dat, aldus Graham Johnson, een verkeerde assumptie. Liederen werden immers vaak op vraag van uitgevers gebundeld en er is weinig reden om aan te nemen dat Brahms extra belang hechtte aan de exacte volgorde waarin hij zijn liederen plaatste. Die veronderstelling liet Johnson toe om een zeer divers programma in elkaar te steken, waarbij hij de vijf liederen opus 49 centraal plaatste om er ander, uiteenlopend materiaal subtiel omheen te plaatsen. De vele volksliederen waardoor Brahms zich liet inspireren en waartoe hij zich liet verleiden, vormen echter een beetje een probleem voor wie alle liederen van Brahms met pianobegeleiding op cd wil zetten. De output van de componist voor klavier en tenorstem is immers niet zo verheffend als veel ander werk van de componist. Johnson koos gelukkig niet te veel onbeduidende liederen uit, maar de totale indruk van het album blijft eerder luchtig en weinig overrompelend. De zachte stem van Bode versterkt dit effect: hij verschaft de liederen geen quasi existentieel draagvlak, maar vertolkt ze vanuit een jeugdig en enthousiast gedachtegoed. Dat werkt aanstekelijk: een gevoel waar dit derde volume zelden voorbij geraakt.

Zoals dat gaat met integrale cycli moet men af en toe ook het minder beroemde repertoire kansen gunnen. Precies dat hebben Johnson en Bode op deze opname gedaan. Het resultaat is een erg genietbare cd, die echter het niveau van de vorige twee volumes niet haalt. Alles wijst erop dat dit niet zozeer aan de uitstekende muzikaliteit van het duo ligt, maar wel aan het repertoire. Vandaar dat Brahms-verzamelaars deze opname allicht toch hoog zullen inschatten, terwijl de gemiddelde liedliefhebber liever zal teruggrijpen naar de diepten van Christine Schäffer of Angelika Kirchschlager.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.