Met 'Silmät Sulkaset' zit het Finse Kiila duidelijk in de folkhoek, al gaat het hier eerder om folk die bij voorkeur 's nachts en in afgelegen schuren gemaakt wordt. Dit ondergronds gevoel steunt niet op één of andere verboden kabbalistische overtuiging of op het vereren van politiek weinig correcte voorvaderen. Folk zoals deze zevenkoppige band het maakt, is eenvoudig folkloristisch niet recupereerbaar. Hoewel ze in hun moedertaal zingen, zal de Finse toeristische dienst niet beter worden van Kiila, tenzij dan om zuiver muzikale redenen.
Toch heeft de muziek bij momenten het naïeve dat volksmuziek wel eens kenmerkt. Hierbij kan trouwens de kleurrijke combinatie van blokfluit, gitaren, orgel, mondharp, bas en ook elektronica niet genegeerd worden. Bovendien hebben de meeste tracks een duidelijke songstructuur en drijven ze op een dito groove. Van echte free-folk is dan ook alleen in 'Kiviã ja Taivasta' sprake, waarbij het vrije, beatloze en improvisatorische alle ruimte laat voor de vreemde klankcombinaties van blokfluit, mondharmonica, trom en zelfs een Doorsachtig orgeltje. Wie de rest van de nummers op de cd dan maar meteen in de sprookjesachtige hoek van het IJslandse múm zet, moet hier toch even mee oppassen. Killa klinkt namelijk minder "mooi", is ruwer, directer en wat groffer van korrel door het hoger knutselgehalte. Dit belet de muziek niet om soms aardig psychedelisch te worden en in 'Kateet Linnut' zelfs even wat steviger door te trekken door het gebruik van elektrische gitaar. Door deze zuiver en melodisch te gebruiken blijft alles echter binnen de perken. Dit geldt ook voor de keren dat de rituele kaart getrokken wordt. De repetitieve structuur, het deinende basisritme en de meerstemmige, redelijk monotone zang maken 'Auringonlunta' licht bezwerend. In 'Pysãhtyneet Planeetat' verraadt het begin niet dat er iets op komst is: na het getingel en gitaargetokkel wordt pas bij het luider en sneller opkomend onderaards gedonder duidelijk dat de song ook een duistere kant heeft. Ook 'Vásãilyn Luostari' behoort gedeeltelijk tot dit soort volksmysteries, al neemt het middenin wel een heel vreemde wending. Na een mistig, mysterieus begin (hees fluiten en/of wrijven over snaren?) zorgt gitaargetokkel voor een duidelijk ritmisch kader. De bijkomende elektrische gitaar en de samenzang van mannen- en vrouwenstem zorgt voor een kitscherige, mijmerende '70s filmsfeer. Met de zingende zaag en zware tromslagen keert het spook naar het einde toe terug.
Door al deze omzwervingen wordt 'Minã-Laulu', het enige echte folknummer, de grote uitzondering op deze toch folky cd. Akoestische gitaar, blokfluit en de eenvoudige melodie vertonen echter geen greintje ironie. De zeven van Killa zijn duidelijk niet vies van het traditionele werk, maar als het even kan wringen ze het toch even in vreemde bochten. En zo wordt de traditie niet geconserveerd, maar levend gehouden.

Meer over Kiila


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.