Leos Janacek blijft voor veel mensen een onderschatte operacomponist. En onterecht want Janacek schreef niet minder dan negen, van elkaar soms erg verschillende opera's. 'Vylety pane Brouckovy' of 'De Reizen van M. Broucek' is gebaseerd op een reeks satires van de Tsjechische schrijver Svatopluk Cech en beschrijft hoe pantoffelheld Matej Broucek na een avondje drinken in slaap sukkelt en zich beurtelings op de maan in de vijftiende eeuw waant - beide episodes vormen een satire op Janaceks eigen leefwereld.

Dirigent Jiri Belohlavek tovert de meest uiteenlopende taferelen op scène, van de volkse introductie van de opera tot de magische sfeerschepping aan het begin van de tweede akte. In tegenstelling tot Janaceks eerdere werken, is zijn stijl in 'Broucek' veel lichter, delicater geworden. De zware, Wagneriaanse orkestratie met leitmotiven en stemmen die als gelijke van de orkestinstrumenten beschouwd worden, maakt hier plaats voor een muziek die rechtstreeks aansluit bij de Tsjechische volksmuziek en bij Janaceks late instrumentale werken zoals 'Mladi' of de Sinfonietta. In de tweede akte is zelfs niet zelden plaats voor weelderige Weense elegantie. Janaceks meesterlijke afwisseling van lyriek en farce wordt in de muziek sterk weergegeven, zoals in de vierde scène van de tweede akte waar de muziek antiheld Broucek treffend typeert.

Dat dit een live-opname is, komt de acteerprestaties van de cast zeker ten goede. Geen slapstick, geen overdreven dramatische momenten maar wel een levendige, geëngageerde uitvoering kenmerkt deze 'Broucek'. Het einde van de opera, wanneer M. Broucek met een kanjer van een kater binnen in een bierton ontwaakt, brengt zelfs zonder enscenering een glimlach op het gezicht van de luisteraar.

De cast is (met uitzondering van enkele zeer kleine rolletjes) volledig Tsjechisch en aan de natuurlijkheid waarmee Janaceks opera gezongen wordt, merk je hoe belangrijk het is als zangers zingen in hun moedertaal. Maria Haan is erg overtuigend in haar driedubbele rol (elk personage in het twintigste-eeuwse Praag heeft een alter ego in Brouceks twee droomwerelden). Het kost haar schijnbaar geen enkele moeite om helder boven het orkest uit te zingen en zo blijft ze melodieus en soepel klinken, zelfs in de hoogte. Een aangename afwisseling, zeker in een komische opera als deze, van de zwaardere Wagnersopranen die Janacek tot hun repertoire rekenen. Ook erg mooi en doorleeft uitgevoerd is Kunkas aria 'Aj, kazani Rokycanovo', waar haar stem prachtig mengt met fagotten en strijkers in het orkest. Broucek zelf wordt uitgevoerd door tenor Jan Vacik, die met een lichte stem zijn personage afwisselend koddig en heroïsch kan neerzetten. Ook dichter Svatopluk Cech (Vaclav Sibera) heeft geen enkele moeite om over het orkest heen te komen en forceert zich nergens in zijn lange monoloog in de tweede akte ('O, slunce velkeho dne'), waarin hij de lafhartigheid en gemakzucht van het Tsjechische volk contrasteert met de deugden van de nationale helden van vroeger. Zo houdt hij dit wat monochrome gedeelte toch interessant.

Wie Janaceks opera's wil leren kennen kan perfect met deze late, satirische opera beginnen, die in haar live-opname een ongedwongen en meeslepende uitvoering meekrijgt. Met een cast die goed thuis is in Janaceks Tsjechische taal en een orkest dat de ongedwongen volksmuziek die aan de basis ligt van Janaceks compositie mooi weergeeft blijft dit een erg knappe dubbel-cd.

Meer over Leos Janacek


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.