"Play that funky music, whiteboy." Als er één artiest aanspraak mag maken op dit lied, zal het Les Claypool wel zijn. Als frontman van Primus maakte hij zo'n tien jaar geleden furore met de prachtige hit 'Too Many Puppies', maar inmiddels heeft de man niet stilgezeten met projecten als Ford Bridage en Oysterhead. Die heeft Claypool echter even gelaten voor wat ze zijn en momenteel gaat hij onder zijn eigen naam verder. Inhoudelijk is er echter weinig veranderd: vette, funky baslijnen -waar Flea van de Red Hot Chili Peppers jaloers op mag zijn- rocken een aardig stukje weg. In combinatie met zijn op- en neerwippende, nasale stem zorgt dat voor een erg herkenbaar karakter. Nog meer dan vroeger waagt Les Claypool zich aan eigenzinnigheid en experiment, zonder daarom aan verslavende opgewektheid in te boeten.

'Kwaliteit' en 'entertainment': dat zijn twee woorden die spontaan opborrelen bij het beluisteren van 'Of Whales and Whoe'. Les Claypool laat zich van zijn beste kant horen en heeft duidelijk zin in zijn spel. Dat hij hierbij zijn voorliefde voor de zee ten volle uitspeelt, is een leuke meerwaarde. Met vrij alledaagse en lichtelijk spottende teksten en met veel zang- en basspel cruiset de man een heel eind weg. De eigenzinnige vaartocht passeert langs zeer eigenaardige oorden.

Een akelig wegdraaiende intro met wazige baswandelingen, stemoefeningen, dolende pianotoetsen en achterstevoren gespeelde solo's openbaart alvast de eigenzinnigheid van de cd. Vanaf 'One Better' begint Les Claypool echter te rocken. Een stevige groove, tikkende ritmen en een vingervlugge, funky baslijnen begeleiden dit melodieuze spektakel. Met die heerlijke stem zorgt de man voor de compactheid van het nummer, maar nadien mag er aardig gejamd worden! Drie instrumentale minuten lang toont de bassist zijn kunstjes en benadert zo een George Clinton-achtige ambiance. Toch houdt de funkmeester het allemaal heerlijk luchtig dankzij een gezonde dosis humor. Zo marcheert 'Lust Stings' als een lompe olifant voorbij en is 'Rumble of the Diesel' een prachtig tekstueel eerbetoon aan stinkende dieselmotoren. In het gesproken verhaaltje 'Vernon the Company Man' neemt de plaat even gas terug. Enkele psychedelisch herhaalde basklanken en wat gerommel op de sitar zijn de enige elementen die dit leuke intermezzo mogen inkleuren. Op 'Iowan Gal' drijft Claypool het nog wat verder door: met enkel zijn bas en stem bij aanvang zorgt hij voor een pracht van een funky song en een torenhoge verbazing omwille van zijn virtuositeit. Maar met die kalme, leuke intermezzo's (het meest nog de korte carnavalpret van 'Robot Chicken') kan het er ook heftig aan toe gaan. 'Rumble the Diesel' rommelt inderdaad stevig wat weg met snel op- en neer wippende partijen, en ook 'Filippino Ray' is met zijn loodzware discussie tussen bas en sitar geen luchtig hapje. Dat houdt dit korte plaatje mooi in balans.

Les Claypool is een spektakel. Met 'Of Whales and Whoe' heeft dit bassende wonder een prachtige plaat gemaakt waarin hij zijn ei volledig heeft mogen leggen. Wat de man hier presenteert is overheerlijke topklasse!

Meer over Les Claypool


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.