Na enkele albums met producer Scotty Hard opteerde het Amerikaanse groovetrio Medeski, Martin & Wood voor John King (Dust Brothers) om hun nieuwe cd, 'End of the World Party', mee vorm te geven. Toeval of niet: meer dan de vorige cd's heeft deze duidelijk de trekken van een produceralbum in zich. Nog steeds is er de groovende basis van bas en drum, maar de energie die vroeger kwam uit de verhakkelde orgelsolo's, de verschuivende drumpartijen of de psychedelische atmosfeer berust nu vaak op (goed) gemixte kleuren. Voornamelijk het verweven van allerhande keyboards (zuiver elektronisch, bevende mellotrons, foute orgeltjes, synthesizerstemmen, piano, Hammondorgelklanken ...) geeft de muziek soms een collage-effect. In de wat donkere opener 'Anonymous Skulls' werkt dit prachtig: de akkoorden veranderen steeds van kleur, als een slang die tijdens het kronkelen van vel wisselt. Op andere momenten wordt echter duidelijk dat het ontbreken van duidelijk themamateriaal of echt doorgespeelde solo's de muziek ook wat spanning ontneemt. "Moeilijker" wordt het er echter niet op: dit is het meest toegankelijke MM&W album sinds jaren, maar daar staat tegenover dat het ook het eerste is dat mooi op de achtergrond voorbij kan glijden, zonder te storen. Of op te vallen.
"Klassiekere" noten zijn er te rapen op tracks als 'Mami Gato' of 'Shine It'. Waar het tweede een traditionele funky MM&W sfeer uitademt, wordt het eerste nummer mee vorm gegeven door de overheersende piano en een bluesy solo. Om echt te beklijven is die echter te fragmentarisch, waardoor een echte doorstroming ook hier ontbreekt.
MM&W fans moeten echter niet wanhopig de handen ten hemel gooien: de knallers die een cd bij momenten boven zichzelf uit tillen, ontbreken namelijk niet. Vooral wanneer gitarist Marc Ribot even mee keet komt schoppen, wordt het vaak heel vettig en scherp. 'Reflector' wordt zo door de bluesy gitaar, de Afrikaanse sample en de salsapiano in verschillende delen uiteen getrokken, waardoor compositie en arrangement terug naar boven komen en de track echt boeiend weten te houden. Ook afsluiter 'Queen Bee' hoort in de galerij van de beter nummers thuis. Wat begint als rustige funk met hoge bloemetjesbehangfactor (met dank aan het verkeerde orgeltje) wordt mede door Ribot opgebouwd tot heerlijk rokende en smorende muziek. Wanneer in 'Sasa' daarbij dan nog eens beroep gedaan wordt op de vleesgeworden muzikale zedeloosheid van schuiftrompettist Steven Bernstein en saxofonist Briggan Krauss (beide van Sex Mob) en er een echt en catchy thema als basis genomen wordt, is dynamiet gegarandeerd. Bovendien is het dreunend orgel hier terug en leeft de achtergrond van de funky ritmes.
'Sasa' is een feestje ter ere van het einde van de wereld waard. Op sommige andere tracks gaat het daarentegen eerder om een "party" waarbij de aimabele sfeer net iets te veel de opwinding overheerst.

Meer over Medeski, Martin & Wood


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.