In 2009 verscheen bij Aeon een fenomenale opname van de strijkkwartetten van Jonathan Harvey. Later datzelfde jaar was het de beurt aan de werken voor dezelfde bezetting van Pascal Dusapin. Ook deze opnames werden gerealiseerd door het Arditti Quartet. Het resultaat laat zich raden.

Opmerkelijk is dat Dusapin, ondanks de soms grote dynamische contrasten een compacte schriftuur laat horen, waarin het kwartet als een hechte groep naar voor komt. Deze schijnbare tegenstelling, gekoppeld aan de gedetailleerde uitwerking van de muziek, maken het niet vanzelfsprekend de muziek tot een logisch geheel te smeden. Het is dan ook de verdienste van Dusapin en van het uitvoerende Arditti Quartet dat de muziek nergens losgeslagen klinkt, maar een logisch verloop kent dat vol verrassingen zit, maar nooit gezocht aandoet.

Het gevoel voor eenheid is meteen duidelijk vanaf het Trio uit 1980, het oudste werk op deze opname. De inglijdende klanken vormen een webstructuur waarbij de strijkers boven en onder elkaar door duikelen en daardoor met elkaar vervlochten geraken. Wanneer er later heel andere, hakkende, schuivende of statische klanken opduiken, valt op hoe de drie muzikanten aan elkaar geketend blijven. Gelijkaardige tegenstelling duiken op in het eerste strijkkwartet, waarvan vooral het laatste deel de luisteraar de grond onder de voeten wegslaat. De glissandi zorgen voor hellende vlakken in verschillende richtingen, als een doolhof van glijbanen.

Het hoogtepunt van muzikale extremen levert Dusapin in het tweede strijkkwartet ‘Time Zones’. Van de 24 korte delen die variëren van minder dan twintig seconden tot drie en een halve minuut zijn er geen twee gelijk. Toch is het geheel geen verzameling snapshots, aangezien opeenvolgende delen vaak in elkaar doorlopen en zo grotere episodes vormen.

Het begin laat de luisteraar getuige zijn van de opbouw van de muziek, waarbij de leidraad doorheen de eerste delen duidelijk hoorbaar blijft. In het half uur dat dit hele werk duurt, gooit Dusapin de doos van Pandora open. IJzig vriezende dissonanten, zangerige lijnen, trekbewegingen van korte crescendo’s, hakkende ritmes, bruuske individuele uithalen en het terugplooien op unisono’s vliegen de luisteraar om de oren. Het stuk krijgt een erg toegankelijk slot, wanneer er – bij grote uitzondering – een vast metrum opduikt en er in verschillende lagen herhalende ritmes te horen zijn.

In 1993 werkt Dusapin zijn derde strijkkwartet af, een werk dat een sleutelrol lijkt te vervullen binnen zijn repertoire voor deze bezetting. In dit vierdelige werk klinkt het kwartet bij aanvang als een ruwe, bizar gevormde steen met hoekige contouren, een resultaat van de grillen van de natuur. Geleidelijk aan duiken er echter duidelijke momenten van coördinatie op waarin de hand van de (muzikale) beeldhouwer duidelijk wordt.

Deze “controle” van de kunstenaar over de materie is eveneens heel mooi hoorbaar in het derde deel van het werk, waarin de strijkers klinken als polyfone vogelzang die geleidelijk aan door menselijk ingrijpen getimestretcht wordt.

De latere strijkkwartetten van Dusapin werken verder in de gecontroleerde en beheerste lijn van het derde. Het vierde strijkkwartet is met de duidelijke motieven veruit het meest toegankelijke, terwijl het vijfde en voorlopig laatste de meest melodische kant van de Fransman laat horen. De brede, soms zelfs in slow motion bewegende viool zweeft boven de andere strijkers uit die voor diverse achtergronden zorgen: een tapijt van pizzicato’s of een gelaagde onderbouw waarbij de anderen de leidinggevende rol van de viool soms wat naar de kroon steken. Dit is de meest gecontroleerde en meest stabiele muziek van Dusapin en af en te belandt hij zelfs in een quasi meditatieve polyfonie. De rust en stabiliteit en het terugdringen van de extremen betekenen echter niet dat de muziek minder boeiend wordt. Integendeel: meer dan ooit weet de componist zijn muziek uit te puren, waarbij de even plotse als zachte uithaal van krioelende drukte voor een magistraal mooi moment zorgt.

Deze laatste passage is één van die momenten waarop het Arditti Quartet laat horen welke controle over dynamiek en balans het in huis heeft. Andere weergaloze momenten zijn er in de balans binnen de akkoorden van het derde (als een secure kleurenfilter) of bij de dynamische uithalen van het vierde strijkkwartet. Eens temeer laat dit ensemble (dat vier van de zes opgenomen werken creëerde) horen dat het een van de kampioenen van de hedendaagse muziek was, is en blijft. Dusapin en de luisteraar mogen daarbij delen in de winst.

 

Meer over Pascal Dusapin


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.