Deze jongens speelden vanaf begin jaren tachtig funkrock die nooit dat nodige scherpe randje had, tot de dag waarop gitaarwonder John Frusciante hen versterkte en ze met 'Mother's Milk' (1989) hun eerste bijna consistente album maakten. Het was echter nog twee jaar geduld hebben voor topproducer Rick Rubin het viertal onder zijn hoede nam en het beste uit hen naar boven bracht: de indrukwekkende tour de force 'Blood Sugar Sex Magik' (1991) bezorgde de Peppers hun wereldwijde doorbraak. Toen Frusciante zich echter net niet de verdoemenis inspoot, moest Jane's Addiction-snarenplukker Dave Navarro de bende wegwijs helpen op het eerder teleurstellende maar desalniettemin zwaar onderschatte 'One Hot Minute' (1995) tot de verloren zoon terugkeerde naar zijn natuurlijke habitat. De rest van het verhaal zindert nog steeds na: 'Californication' (1999), 'By the Way' (2002), 'Live in Hyde Park' (2004) en de bijbehorende wereldtournees zorgden ervoor dat het kwartet vandaag de dag 's werelds grootste funkrockband is geworden.

En wat doen ze de mensheid nu aan? In een tijd waarin compactheid promotende iPods en lekker klinkende deuntjes hoogtij vieren, vinden de funky monks het zowaar nodig een dubbelalbum van maar liefst twee uur uit te brengen; en dan nog één met de ridicule titel 'Stadium Arcadium' én twee aparte cd's die de zo mogelijk nog idiotere namen 'Mars' en 'Jupiter' meekregen. Commerciële zelfmoord voor de meeste bands, ware het niet dat de Peppers met de glimlach 28 sterke nummers uit hun mouw schudden. Logischerwijs heeft de halve wereld al zitten zaniken over het feit dat het album te lang zou zijn en ze er beter één sterkere cd van hadden gemaakt. Dat is uiteraard ook het meest voorspelbare om te zeggen, maar hoewel dit bij de meeste dubbelalbums misschien niet volledig ongefundeerd mag zijn, lijken de Red Hot Chili Peppers toch niet in de val te trappen: 'Stadium Arcadium' is enkel en alleen dubbele pret.

Een waarlijk slecht nummer is onvindbaar, maar natuurlijk zijn er wel de nodige hoogtepunten waarop de Peppers zodanig scherp staan dat een mens het zich bijna zou beklagen dat hun originele plan om drie cd's uit te brengen niet is doorgegaan. Single 'Dani California' is de logische opener en hoewel het lang niet de sterkste song (of single) is, blijkt de spetterende eindsolo een mooie inzet voor de rest van 'Jupiter'. Een naar de sixties neigende popsong met epische proporties als 'Snow ((Hey Oh))', de zalvende titeltrack of een rustig wegkabbelend 'Slow Cheetah' zijn allemaal meer dan onderhoudend. Ook het jazzy 'Hey' of het kaal gearrangeerde 'Strip My Mind' springen boven de middenmaat uit. Maar het zijn de gortdroge oldschoolfunk van 'Hump De Bump', de levendige flow van 'Charlie' en de naar skapunk neigende blazers in het exotisch aandoende 'Torture Me' die de ereplaats krijgen. Hiernaast prijken ook 'Especially in Michigan', een ideale rockballad met een meer dan aangename gitaarsolo van The Mars Volta's Omar Rodriguez, en 'Wet Sand', dat via een verrassend adequate klavecimbel een gitaarcrescendo krijgt om tweemaal 'u' tegen te zeggen.

Ook 'Mars' is allesbehalve onderbevolkt met mogelijke hits-in-wording: 'Tell Me Baby' en 'Storm in a Teacup' zijn bijna oneerlijk catchy en de stofzuiger-in-midtempo 'Readymade' mixt de overrompelende hardrocksound van Led Zeppelin met de groovy grunge van het late Soundgarden. Simon and Garfunkel hadden hun hand niet omgedraaid voor het fijnzinnige 'If' en een swingend 'Make You Feel Better' doet exact wat de titel belooft. In het experimentele 'We Believe' klinkt de groep door middel van geluidseffecten zelfs eventjes vernieuwend, wat voor de rest echter niet gebeurt: wel komt deze dubbelaar over als een afwisselende compilatie van hun vorige vijf albums. Verder staan de simpele beat van 'Animal Bar' en de zeemzoete melodietjes van de dromerige afsluiter 'Death of a Martian' zwart-wit tegenover de gitarenvloed die de rocker 'Turn it Again' op het einde over zich heen krijgt.

Anthony Kiedis is er na jaren oefening toch in geslaagd een deftige zanger te worden, de springerige Flea haalt eindelijk nog eens zijn trompet en slappende duimen uit de kast en drumreus Chad Smith combineert verraderlijk gedetailleerde en ingewikkelde funkgrooves ('We Believe') met open ritmes die de melodie alle ruimte geven ('21st Century'). Het geheime wapen van deze bende is en blijft echter John Frusciante. Na de less is more-trend zelf kracht te hebben bijgezet, gooit hij die vandaag compleet overboord door een batterij aan harmonieën, soms driedubbele achtergrondzangpartijen en smakelijke oorsnoepjes op alle nummers los te laten. Daardoor klinken de Peppers anno 2006 kleurrijker en gevarieerder dan ooit tevoren.

Of dit dubbele groeialbum 'Californication' kan evenaren valt nog af te wachten, maar de groep lijkt in elk geval meer gefocust dan op 'By the Way'. En hoewel lang niet alle nummers op deze nieuweling even scherp staan en 'Blood Sugar Sex Magik' tot hier toe de onovertrefbare klassieker is gebleven, komt 'Stadium Arcadium' op zijn beste momenten toch wel bijna in diens buurt. Het feit dat een supergroep als deze het lef heeft om de hedendaagse sneller-is-beter-filosofie tegen te gaan met zo'n aangenaam uitputtende moloch, is op zich een bewijs dat de Red Hot Chili Peppers nog steeds volledig voor de muziek gaan: commercieel succes met een kwaliteitsstempel. Een plaatsje tussen de grote rockiconen zal hen na dit werkje niet geweigerd worden.

Meer over Red Hot Chili Peppers


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.