Georg Philipp Telemann was zowel een van de meest gerenommeerde als een van de meest actieve componisten uit de hele achttiende eeuw. Die bekendheid resulteerde in de eerste plaats uit Telemanns vaardigheid om in alle denkbare muziekstijlen muziek te componeren en om vlotjes voor de meeste diverse instrumenten te schrijven. Op die manier is hij ook een van de laatste componisten die nog een groot oeuvre voor blokfluit heeft achter gelaten. Een representatieve greep uit Telemanns werk voor blokfluit wordt hier voorgesteld door de Franse blokfluitist Julien Martin, met een ouverture voor fluit, strijkers en continuo, een concerto voor blokfluit, viola da gamba, strijkers en bas en drie ‘Fantasia’s’, die oorspronkelijk niet voor blokfluit maar voor traverso geschreven werden.

Julien Martin beheerst deze muziek feilloos en dat wordt al meteen in het eerste deel van de zevendelige ‘ouverture’ duidelijk. Snelle loopjes bezitten een haast machinale precisie maar die staat een muzikale lezing en een smakelijke ritmische vrijheid niet in de weg. De twee instrumenten die hij gebruikt, een altblokfluit in F voor de ouverture en het concerto en een blokfluit in D voor de fantasia’s bezitten een warme, volle klank die nogal verschilt van wat veel mensen van een blokfluit zouden verwachten. Die warme klank stelt Martin in staat om soepele, langere melodische lijnen vorm te geven en een genereuze ‘legato’ stijl van spelen te gebruiken.

Wat minder geslaagd is dan weer het gebruik van vibrato in de drie ‘Fantasia’s’ die Martin opnam. Die doen aangehouden noten klinken alsof ze uit een stukje Peruviaanse muziek afkomstig zijn en niet uit een galante barokke solosuite. Gelukkig is dit maar een klein detail van een verder erg geslaagde soloprestatie.

De ‘Ouverture’ is eigenlijk een verkapte suite, met een langzame inleiding en fuga die gevolgd wordt door zes dansen of karakterstukjes. Die dansen krijgen allemaal een goed herkenbaar eigen karakter mee. Zo is de ‘Réjouissance’ een opzwepend huzarenstuk voor violen en blokfluit, klinken de menuetten statig genoeg en de ‘Polonaise’ passend robuust. Om dat lichtjes agressieve karakter in de muziek te steken, vertrouwt Capriccio Stravagante op een continuosectie (cello, gamba en klavecimbel) die de ritmische kantjes van Telemanns muziek sterk in de verf mag zetten. Het houdt wat in een mindere uitvoering een monotoon had geklonken, gevarieerd en opwindend genoeg. Het derde, langzame deel uit het concerto is getiteld ‘Dolce’, ‘zachtjes’ in het Italiaans en toont hoe mooi de klank van een viola da gamba met die van de blokfluit mengt.

Deze cd doet ee geslaagde greep uit het kamermuzikale oeuvre van Georg Philipp Telemann en Julien Martin voorziet deze galante muziek van een capabele uitvoering. De drie werken blijven klinken als bescheiden en vaak lichtjes humoristische ontpanningsmuziek maar dan wel ontspanningsmuziek die een boeiende en technisch indrukwekkende interpretatie meekrijgt.

Meer over Georg Philipp Telemann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.