Maak van een zwakte een pluspunt: zo lijkt het credo van het Nederlandse The Black Napkins ongeveer samen te vatten. Drummer Gerri Jäger, Jasper Stadhouders en trompettiste Sanne van Heck doen niet moeilijk, ook al spelen ze dan geïmproviseerde muziek. Niet dat de stukken op hun titelloze debuut meteen radiovriendelijk zijn, maar voor technische hoogstandjes moet de luisteraar niet bij hen aankloppen.

Bij van Heck gaat het zelfs nog een beetje verder. Op verschillende plaatsen is te horen dat ze haar instrument niet helemaal beheerst. Ze begon pas op haar twintigste trompet te spelen en heeft zodoende niet de melodische flexibiliteit of technische effectbagage van Dave Douglas, Axel Dörner of Peter Evans. In de articulatie van haar melodieën is ze soms wat slordig en bovendien pakt ze niet uit met grote tessituurverschillen. Het is echter net met deze beperkingen dat ze er in slaagt een heel eigen stem te ontwikkelen. Ze neemt de tijd om eenvoudige melodische lijnen hun werk te laten doen, waarbij ze soms erg breekbaar, menselijk en soms zelfs aandoenlijk klinkt. Als ze dan toch kiest voor effecten in het hogere register, zijn dit vaak logische uitlopers van haar melodische ideeën.

De technische beperkingen van van Heck hebben de aangename bijwerking dat The Black Napkins niet bestaat uit een solist plus twee, maar uit drie muzikanten die op voet van gelijkheid met elkaar samenspelen en communiceren. Dit laatste is niet te horen in grootse ideeën, maar in kleine details die duidelijk maken dat de drie goed naar elkaar luisteren. Het gevolg is dat de muziek logisch en vanzelfsprekend gaat klinken, waardoor de muzikaliteit minder expliciet opvalt.

Dat The Black Napkins op dit album kiezen voor kortere tracks is een goede zaak, gelet op hun gezond eenvoudige sound: zo kunnen ze verschillende ideeën lanceren zonder ze te moeten uitpuren. Bovendien kunnen ze daarbij contrasterende registers opentrekken: van de hoekige abstractie van ‘Test 1’ (uitgepuurd minimalisme als van een Weberncompositie) over de fragiele, mooie <i>blend</i> van de drie in ‘1db’ tot Noisey rockers als ‘Melodie 1’ en ‘Supertest’. Hier gaan alle remmen los en krijgt de muziek zelfs een punkachtig randje. Tegelijkertijd is er ook plaats voor exacter samenspel in afgelijnde unisonopassages, kleine stops of het minutieus rekken van het tempo in ‘Seagull’. 

Wanneer een track al eens wat langer duurt, nemen de drie gewoon ook meer tijd om hun muziek te laten evolueren. In ‘9,5’ gebeurt dat onder aanvoering van een weidse, à la Bill Frisell in- en uitfadende gitaar, die ven Heck meeneemt in van golvende toonhoogtes naar bewegende lijnen en later een meer statisch geluid. Voor het afsluitende, live opgenomen ‘Ohne Gra’ (met bijna twaalf minuten de langste track) krijgt het trio het gezelschap van met Jozef Dumoulin op Fender Rhodes. Dat deze bezetting abstract-elektronisch klinkt, is dus niet verwonderlijk. Toch mengen de instrumentklanken ook nu mooi, maar tegelijkertijd gaan de technische beperkingen van van Heck hier wel storen, met name wanneer ze iets te lang in melodische lijnen blijft hangen. De zwakte is dan even gewoon … een zwakte.

 

Meer over The Black Napkins


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.