Ergens is het onvermijdelijk dat The Real McKenzies altijd in de schaduw zullen blijven staan van grote Iers-Amerikaanse folkpunkbands als Flogging Molly of Dropkick Murphy’s. Dat is misschien een beetje zonde, want dit zestal is niet enkel afkomstig uit Canada, maar heeft ook Schotse roots. De groep heeft zonder enige twijfel de meest ernstige en geloofwaardige uitstraling en dat vertolk zich in haar muziek. Op de negende studioplaat ‘Westwinds’ flirten de Real McKenzies meer dan ooit met rock’n’roll en lijkt de Keltische punkspirit wat verdwenen, wat niet wil zeggen dat de kenmerkende doedelzak en meeslepende volksmelodieën ontbreken.

Van echte folkpunk mag dan misschien geen sprake (meer) zijn, de lach en de traan zijn na twintig jaar op de planken nog steeds gebleven. ‘My Luck Is so Bad’ is immers een smartlap die enkel maar door een dronkenman in de pub kan verteld worden. En in ‘The Bluenose’, inclusief jodelende doedelzakmelodie, gaat het ritme en het rockkarakter van de gitaren dusdanig de lucht in, dat wilde braspartijen toch weer een optie worden. De band balanceert dus voortdurend op dat ruwe punkrandje (en is dan ook blijven plakken op het Fat Wreck label), maar lijkt toch duidelijk ook een andere koers te willen varen.

Spijtig genoeg ontbreekt het wat aan constante kwaliteit. De ene keer vliegen de McKenzies er stevig in, zoals in het zeemanslied ‘Halloween’ en de andere keer lijkt het of de heren maar wat droogjes in de lokale kroeg aan het jammen zijn. Hoewel openers ‘The Tempest’ en ‘Fool’s Road’ nog bulken van temperament en een stevige melodie neerzetten (wat zouden deze Canadezen toch zijn zonder de betoverende pijpstoten van Gord Taylor?), gaat het dan al snel bergaf. In songs als ‘I Do What I Want’ lijkt de niet van een al te sterke, maar wel groezelige stem voorziene Paul McKenzie er zelf niet veel zin in te hebben en blijft enkel zijn grappig dialect accent over. Zelfs de passage van ene Jim McLean of Rick Tucker houden de tegenwind niet uit de zeilen, waardoor dit album een wat moeizaam middenstuk kent.

Gelukkig eindigt de band wel in grandeur. ‘My Head Is Filling with Music’ is een trots anthem dat duidelijk vanuit de buik wordt gezongen, waar zelfs wat bluesy akkoorden aan te pas komen en waar doedelzak en gitaar in een mooi wervelend samenspel gaan. Opvolger ‘Barrett’s Privateers’, waarin de woorden van de Canadese folkzanger Stan Rogers opnieuw tot leven worden gewekt, gaat enkel voor traditionele drum en samenzang en houdt al even sterk de hand op de borst. En als afsluiter volgt een instrumentale ‘Pipe Solo’ van Francis Fraser: een stukje mooie vaderlandsliefde.

‘Westwinds’ is zeker geen plaatje met een gelijkmatige uitstraling. Dat is wat zonde, want inmiddels zouden The Real McKenzies toch wel wat beter moeten weten. De helft van dit plaatje gaat ervoor, de andere helft is verwaarloosbaar. In zo’n geval blijkt iTunes misschien toch een handig instrument.

Meer over The Real McKenzies


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.