De ruim vijfendertig jaar oude Yannick Nézet-Séguin is de laatste jaren duidelijk in opmars. Hij wordt gehypet als een van dé opkomende dirigenten en maakte al bekroonde opnames bij EMI, Deutsche Grammophon en BIS. Sedert 2008 staat hij aan het hoofd van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en in die gedaante is hij in deze periode ook te gast in Gent in het kader van het Festival van Vlaanderen. Met zijn vijfendertig jaren lijkt hij trouwens niet meer de jongste, maar in het dirigentenmilieu duurt het dikwijls veel langer vooraleer iemand het tot chefdirigent schopt. Met zijn joviale hand en zijn besmettelijke muzikale hartstocht tilde hij het Nederlands orkest waarvan hij aan het hoofd staat al in diverse moeilijke programma's boven zichzelf uit. Toch maakte de jonge dirigent nog geen absolute meesterwerken in het symfonische repertoire. Wel behoren zijn opera-opnames tot de beste op de markt, maar daarin is het aandeel van de solisten natuurlijk ook niet te versmaden. Bovendien leek de tussenstop die Nézet-Séguin in de opera (bij de Wiener Staatsoper zowel als in de Metropolitan, meteen de twee belangrijkste operahuizen ter wereld) slechts een tijdelijk intermezzo, om zich later weer op het symfonisch repertoire te storten.

Degelijk is het woord dat in gedachten komt voor wie aan Nézet-Séguins lezingen van het grote repertoire denkt, zoals te horen op eerdere opnames van Berlioz' 'Symphonie fantastique', Bruckners zevende symfonie, Richard Strauss' 'Ein Heldenleben' of Debussy's 'La Mer'. Ook in César Francks magnifieke symfonie vindt Nézet-Séguin geen groot wonder. Hij vervalt in een zekere statigheid die, voor iemand met een jong temperament als dat van Nézet-Séguin, verbaast. De symfonie mist er soms joligheid door en de totaalervaring lijkt strenger dan zou mogen. De dirigent heeft het Duitse element misschien teveel benadrukt, met versmading van het Franse, het onbezorgde. Het evenwicht heeft daar uiteraard onder te lijden en ondanks de goede orkestklank van het Canadese Orchestre Métropolitain, waarmee de dirigent al ruim tien jaar mee samenwerkt, klinkt Franck soms te levenloos. Wat overblijft is echter nog steeds een gepolijst en afgewerkt construct, waarin men helaas het potentieel van een betere uitvoering terug hoort. De opnamekwaliteit is wel uitstekend en het label Atma Classique, waarbij orkest en dirigent al vaker samenwerkten, verzorgde ook een degelijke tekst die vooral bij het werk van Schmitt een interessante noot bijdraagt.

Met 'La Tragédie de Salomé' van Florent Schmitt gaat het beter. Nézet-Séguin laat dit werk horen vanuit de belangrijke rol voor de solisten en dat is waarschijnlijk de goede aanpak. De soms te gemaniëreerde en eenduidige nadruk op het orkest in Franck, wordt hier kortom geïnverteerd. Het resultaat is een meeslepende en gewichtige versie van een werk dat niet vaak wordt uitgevoerd. Het Franse karakter van dit werk leunt aan bij repertoire dat Nézet-Séguin reeds opnam en hoewel de bombast eigen aan Schmitts werk tact mist, speelt de dirigent dat zonder ironie uit als een dwingend effect. In zijn keuze van tempi is Nézet-Séguin misschien iets te mild geweest, met een slepend affect in het slotdeel tot gevolg. Toch is deze uitvoering in zijn geheel charmant en de extremen waarin Nézet-Séguin voor Franck niet aandurfde, gebruikt hij hier ten goede.

Het lijkt er op dat Nézet-Séguin een dirigent is die zijn goede live-reputatie op cd nog waar moet maken. Op deze opname blijft hij, ondanks de live-kritieken die spreken over een warm en meeslepend dirigent, over het algemeen iets te afstandelijk en koud, hoewel Schmitts 'La Tragédie de Salomé' in deze versie best te smaken is. Alleen zijn ook van dat werk betere versies beschikbaar, onder andere die van Jean Martinon bij EMI.

Meer over Florent Schmitt, César Franck


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.