De vroege zeventiende eeuw zag het ontstaan van de opera in het Italië van de late renaissance. De eerste zulke opera’s waren gebaseerd op (het beeld dat men had van) antieke Griekse tragedies, waarvan geloofd werd dat de poëzie geïntoneerd moest worden boven een geornamenteerde basso continuo. De vroege opera, en de daarbij horende moderne stijl, verspreiden zich snel, niet enkel geografisch maar ook naar andere genres toe. Een ‘Lamento’ scène kon deel uitmaken van een groter werk maar werd net zo vaak apart gecomponeerd en opgevoerd. Het beschrijft en betreurt de dood van een mythologisch of historisch personage. Deze nieuwe cd, van sopraan Romina Basso en het barokensemble Latinas Nostra stelt zes van zulke lamenti voor, van componisten die stuk voor stuk sleutelfiguren waren in de ontwikkeling van de vroege barokke opera: Claudio Monteverdi, Giacomo Carissimi, Barbara Strozzi, Girolamo Frescobaldi, Francesco Provencale en Luigi Rossi.

Deze cd is zeker een stap verwijderd van de meer afgeborstelde, letterlijke uitvoeringen die men vaak in dit repertoire kan horen. De lamenti op deze plaat zijn voorbeelden van de zeventiende-eeuwse stile moderno, sterk geïnspireerd door operatische conventies en de muzikanten kiezen dan ook voor een sterk maniëristische uitvoering. Die aanpak zet elke nuance, elk affect enorm in de verf, en zorgt voor een opvallend spannende, strakke interpretatie.

Het enige zuiver instrumentale werk op de plaat is een toccata van Johannes Kapsberger die aan Luigi Rossi’s ‘Lamento della Regina di Svezia’ voorafgaat. Het vormt een soort van ouverture voor de hele opname en wordt met een ongedwongenheid gebracht die het doet lijken alsof het hele stuk ter plaatse geïmproviseerd werd. Een zelfde grillige improvisatie, maar dan voor viool, gaat vooraf aan het ‘Lagrime Me’ van Monteverdi’s studente Barbara Strozzi. Deze momenten smaken eigenlijk gewoonweg naar meer en het is ergens jammer dat niet meer ruimte aan zulke instrumentale werken besteed werd. Verder is de rol van instrumenten  namelijk eerder beperkt: veel van de lamenti zijn uitgebreide recitatieven. Een verrassende wending in de tekst wordt echter subtiel van een even verrassende muzikale frase voorzien en meer melodische passages, zoals bij Carissimi of Monteverdi geven ook wat meer lyrische ruimte aan de continuo instrumenten.

Romina Basso’s achtergrond in barokopera’s blijkt meteen voor iedereen die deze uitvoering beluistert, in de manier waarop ze soepel tussen de meest verschillende affecten wisselt, of in de vlotte, razend precieze manier waarop ze de (toch eerder zeldzame) loopjes en coloraturen uitvoert. Een diva-opname is dit echter hoegenaamd niet. Stukken als Giacomo Carissimi’s ‘Lamento in morte di Maria Stuarda’ overtuigen niet door vocale hoogstandjes maar door de convictie waarmee Basso deze redevoering van de Schotse koningin aan haar ministers brengt: afwisselend vastberaden, teder, triestig of twijfelend.

Zelfs wanneer man weet dat veel van deze scènes bestaan uit recitativo’s, elke componist zich verplicht ziet om aardig wat tekst te behandelen en zuiver melodische momenten dus eerder zeldzaam zijn, blijft dit een uitvoering zonder eentonigheid. Het is echter een must om deze muziek te beluisteren met de tekst bij de hand. Zelfs dan is dit een plaat voor liefhebbers maar die zullen met deze prachtige uitvoering dan ook niet teleur gesteld zijn.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.