Wie tijdens Couleur Café op zoek gaat naar frisse en minder bekende verschijningen, kan zich met een gerust geweten concentreren op de kleine Fiestatent en af en toe eens tot aan de grote Univers wandelen. Het grote Titan openluchtpodium is immers gereserveerd voor de grote kanonnen. Niet zelden gevuld met artiesten die bij wijze van spreken uit gewoonte naar Tour & Taxis afzakken.

 

In 2008 kon het publiek in de Fiesta aangenaam kennismaken met de soulhiphop van Tumi and the Volume. Dit jaar kreeg het festival bezoek van het funkbroertje Blitz the Ambassador, een zevenkoppige band (inclusief drie blazers en een Sylvain Aertbeliën lookalike op bas) onder aanvoering van de in Ghana geboren, maar nu in Brooklyn wonende rapper Samuel Bazawule. Enkele weken geleden verscheen het album ‘Native Sun’ waarop naast gastbijdrages van Baloji en Keziah Jones vooral te horen is hoe energiek en bruisend de ambassadeur uit de hoek kan komen. Roots & co: watch your back.

Blitz the Ambassador
Blitz the Ambassador
Dat de bekendheid van Bazawule en zijn band nog niet echt uit de hand loopt, belette de organisatoren niet om de groep in de grote Univers tent te zetten. Niet vanzelfsprekend, maar het publiek van Couleur Café wil wel eens iets riskeren en halverwege het optreden stond de tent ruim halfvol. Het mag daarbij gezegd worden dat de groep in klassieke zwart en wit gestoken kostuums zich in het zweet werkten om het publiek te vermaken.

Bazawule toonde zich een indrukwekkende gastheer en entertainer die zijn publiek knap wist te bespelen. Daardoor werd hij helaas ook meer ceremoniemeester dan master of ceremony: de energieke raps die op ‘Native Sun’ zo’n indruk maken, kwamen zeker in het eerste deel van het optreden maar sporadisch boven. Dat het geluid niet goed zal hielp daar ook niet bij. Van de blazers was alleen de in het hogere register spelende trompet goed hoorbaar. Trombone en tenorsax zaten vast in het klonterende geluid, waardoor de rol van de drie blazers eerder choreografisch dan muzikaal leek.

Halverwege het optreden zette de groep en de sound een remonte in. Afro en Youngblood Brass Band-achtige klanken lieten de sterkste facetten van de band horen. Zonnige gitaarriedels en beweeglijke blazers staken het vuur aan de lont en Bazawule haalde zijn welbespraaktheid boven, waardoor het optreden alsnog stevig in vaart schoot.

Het enige dipje in het tweede deel van de set was de popblues  ‘Accra City Blues’ die ritmisch zwaar woog en zodoende hopeloos verzoop in de decibels. Het hoogtepunt werd een  uitgekiende compositie waarbij een militaire passage (inclusief marcherende drums en  synchroon saluerende blazers) werd onderbroken voor een opstoot van funk-en-hiphopenergie die door het contrast nog aan impact won.  

Ghostpoet
Ghostpoet
Kon de hiphop van Blitz the Ambassador typisch Couleur Café genoemd worden, hetzelfde gold niet op voor die van Ghostpoet, het alter ego van rapper en producer Obaro Ejimiwe. De parallellen met Bazawule zijn echter duidelijk. Net als zijn Amerikaanse collega verliet Ejimiwe Afrika (in zijn geval Nigeria) en vertrok naar het Westen. Hij verkoos echter de andere kant van de oceaan en stapte af in Groot-Brittanië. Ook hij had met ‘Peanut Butter Blues’ een nieuw album te promoten, maar daar stoppen de overeenkomsten. Met zijn slobbertrui, mat-zwarte jeans, hoedje en zware brilmontuur zag hij er eerder uit als een student die – tussen het werken aan zijn doctoraat psychologie of antropologie door – even wat lyrics kwam droppen. Hij vroeg daarvoor niet de hulp van een hele band, maar was tevreden met een halve: buiten gitaar en drums deed Obaro Ejimiwe het zelf wel met sampler, laptop en keyboard.

Een echte feestset was zijn optreden op Couleur Café niet te noemen, maar muzikaal was het optreden des te interessanter. De bescheiden, maar o zo effectieve gitaarlijnen, vermengd met de goed gemikte samples van abstracte elektronica tot vrouwelijke vocalen zorgden voor een helder klankdecor waarop Ejimiwe heerlijk net na de beat kon rappen en zingen. Zo creëerde hij een heel natuurlijke flow die opvallend goed aansloeg bij het publiek.

foto: Luc Cheffert
foto: Luc Cheffert
Dat zijn op cd soms er sobere muziek het goed deed, had niet in de laatste plaats te maken met de goedgemikte inbreng van de gitaar. Hoewel die zich beperkte tot het spelen van repeterende melodieën, zorgde ze voor het verdampen van de soms wat koude sfeer die het studiowerk van Ghostpoet doorgaans domineert. Het quasi mysterieuze van de muziek ging echter niet verloren, waardoor er een goed evenwicht gevonden werd tussen de intimiteit van de opnames en de presentatie ervan aan een groter publiek. Songs als ‘Cash and Carry Me Home’, ‘To Something’ en het bisnummer ‘Morning’ bleken een indrukwekkend potentieel te bezitten om het publiek van Couleur Café mee te sleuren naar een meer ondergrondse hiphopwereld. Een aardig gevulde Fiestatent mocht daarvan het bewijs zijn.

Dat diezelfde tent overvol zat voor bij de passage van Los Callejeros uit het exotische Kessel-Lo, liet zich op voorhand raden. De mengeling van reggae, Afro, Zuid-Amerikaanse ritmes, hoempa, dub en Frans chanson waarmee deze groep op zwier gaat, past naadloos in de traditie van feestgroepen op Couleur Café. De zoveelste pretbende die met worldhopping een graantje probeert meet pikken van de feel good vibe? Een nieuwe troep zelfverklaarde alternativo’s die zich schamen om Nederlands te spreken en zich uitvoerig excuseren dat ze dezelfde moedertaal hebben als Bart De Wever? Alles behalve: het Nederlands werd ongegeneerd bovengehaald, goedkope politieke statements bleven in de kast en vooral: de band wist heel goed hoe ze met de uiteenlopende muzikale invloeden moest omgaan.

Los Callejeros
Los Callejeros
Voor hen geen wereldmuziekratjetoe, maar duidelijke keuzes. Liever dan dat ze alles op een hoop gooiden, hanteerden ze per song een stijl, waardoor hun set aan variatie en dynamiek won. Bovendien konden ze de verschillende stijlen overtuigend neerzetten, niet in het minst door het gebruik van instrumenten als ocarina, balafoon, charango, Colombiaans accordeon en allerhande kleine percussie-instrumenten. Dat daarbij de alomtegenwoordige djembé eens in de kofferbak van de auto bleef liggen, maakt de songs van Los Callejeros alleen maar geloofwaardiger.

Nu kan iedereen zich vergrijpen aan een muziekinstrumenten van heinde en verre, zowel voor therapeutische als voor muzikaal (bedoelde) doeleinden. Wat Los Callejeros sierde was dat ze met deftige songs afkwamen (van hun eerder dit jaar verschenen album ‘Presente!’) en dat ze echt met het arsenaal aan traditionele en hun westerse instrumenten overweg konden. Zoals de niet-westerse instrumenten geen reden waren om eens alternatief te doen, zo waren de aanwezige trompet en sopraansax niet bedoeld om louter meer vrienden mee op het podium te krijgen. Beide blazers speelden een essentiële rol in de arrangementen, waarbij opviel hoe mooi de twee konden mengen en de muzikale kwaliteiten van de groep nog eens extra onderstreept werden.

Al even veel volk was er voor de vierde Belgische passage van het Malinese SMOD en net als bij de bende uit Kessel-Lo bleef ook hier het volk staan om gewillig mee te dansen en te zingen met songs die de meesten nog nooit gehoord hadden. Toch woog SMOD muzikaal iets lichter dan Los Callejeros.

SMOD
SMOD
De mengeling van Afropop en hiphop met echo’s van reggae en ska werd gestuurd vanuit de akoestische gitaar van de gebrilde DJ Sam, die extra ondersteuning kreeg van de Parijzenaar Manu Sauvage op keyboard en aan de beats. Zo ontstond de achtergrond voor de stemmen van Sam, Ousco en Donsky (zoon van Amadou & Mariam) die vlot wisselden tussen rappen een meerstemmig zingen.

De muzikale spoeling bleek echter eerder dun: de nummers hadden weinig om het lijf, melodisch en harmonisch had de groep weinig te vertellen en wat uit de machinerie van Sauvage kwam was ook niet van die aard dat het lang bleef nazinderen.

Dat halverwege de set, vanaf het inzetten van ‘Les Jeunes Filles du Maliba’ er meer geïnvesteerde werd in de beat, deed er geen goed aan. Het showaspect nam het nu definitief over. Nummers liepen minutenlang door, omdat ze eerder dienden als decor voor een dansbattle of voor interactieve publieksroutines. Qua entertainmentwaarde was er op het optreden van SMOD dan ook weinig aan te merken en het publiek van Couleur Café vond dat duidelijk meer dan voldoende. Gewillig als het altijd is om mee te gaan in de ambiance die een artiest wil creëren.

 

Meer over Couleur Café 2011 – Blitz the Ambassador, Ghostpoet, Los Callejeros, SMOD


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.