Vanaf het concertseizoen 2008-2009 wordt Jaap van Zweden de nieuwe chef-dirigent van deFilharmonie. Het was echter niet alleen daarom dat het meest recente concert van deFilharmonie op grote belangstelling kon rekenen, maar ook vanwege de solist van de avond. De Belgische Elisabethwestrijdlaureaat Yossif Ivanov voerde met het orkest Bartóks tweede vioolconcerto uit.

Nu eens een klankentovenaar, dan weer een virtuoze raket.

Na afgewezen te zijn door de violiste voor wie hij zijn eerste concerto schreef, nam Belá Bartók zich voor om nooit nog voor het instrument te schrijven. Jaren later kwam hij daar gelukkig op terug, met het tweede vioolconcerto als resultaat. In de snelle buitendelen van dit meer dan drie kwartier durende werk overheerst een vrij zigeunerachtige toon, wat gezien Bartóks onderzoek in de volksmuziek niet zo verrassend is. Het tweede deel zet hij dan weer in met een onaards mooie lyrische melodie, die de tonale grond doet wankelen. Het was indrukwekkend om horen hoe Yossif Ivanov beide klankwerelden moeiteloos aan elkaar kon binden.

Niet alleen is zijn technisch meesterschap verbluffend, hij stelt het ook steeds ten dienste van de muziek. Daar waar het orkest, veilig in handen van een precieze maar nerveus dirigerende Jaap van Zweden, voluit koos voor de agressieve, percussieve aanpak van de muziek, wist Ivanov ook in die drukkere momenten steevast de melodische én dynamische spanning te bewaren. Gelukkig kreeg het orkest in het middendeel wat meer kleur, wat vooral te danken was aan de puike solo's bij de houtblazers en de opvallend rijk klinkende strijkerssectie. In dit andante ontstonden ook het vaakst momenten van kleursymbiose tussen orkest en solist. Met brede toon nam Ivanov het orkest én zijn publiek bij de hand om hen, na een opgewonden middenpassage, quasi ongemerkt naar het derde deel te leiden. De precisie en de helderheid waarmee hij zijn opbouw naar de grote climax creëerde, toonden eens te meer zijn klasse.

Waarom een schlager als Beethovens vijfde een gevaarlijke keuze is...

Onder leiding van Philippe Herreweghe heeft deFilharmonie Beethovens symfonische werk al meer dan eens uitgevoerd. Bij de bekendmaking van zijn contract zei van Zweden te hopen om met de zegen van Herreweghe af en toe Beethoven te mogen doen met het orkest. Of dat zo'n goed idee is valt, na zijn uitvoering van de overbekende vijfde, nog te bekijken...Aanvankelijk leek van Zweden te kiezen voor een traditionele aanpak met hier en daar wat overdreven dynamische effectjes. Het hoofdthema en het hele contrapuntisch stuwen dat erop volgt kreeg de nodige drive mee, maar werd ook opgefleurd met brutale accenten die de stroom van de muziek verstoorden. Hoe verder de symfonie vorderde, hoe meer de zo dunne lijn tussen interpretatie en goedkoop effectbejag overschreden werd. De aanbreng van het cellothema in het tweede deel, de wel erg kort klinkende kopers of de ritmische onstabiliteit zijn hier maar enkele voorbeelden van, al moet gezegd dat de muzikanten zelf op opvallend hoog niveau presteerden.

Bij de overgang van deel drie naar vier leek de uitvoering terug de goede kant op te gaan wanneer van Zweden na een mooi diminuendo de verrassing van de modulatie naar majeur verfijnd aanbracht, maar zodra het slotdeel werd ingezet, bleek ook die hoop ijdel. Het snelle tempo liet de muziek nooit tijd om te ademen, waarbij de grote versnelling aan het eind de kers op de taart was: de trompetreferentie aan het hoofdthema ging totaal de mist in. Niettemin bouwde de dirigent de laatste maten weer zodanig op dynamische effecten dat de halve zaal uitbundig rechtveerde. Dat Jaap van Zweden een technisch onderlegd dirigent is, was overduidelijk te merken. Met deze Beethoven leek hij echter al te veel iéts te willen doen met een symfonie die al ontelbare keren uitgevoerd is. Jammer, want een meesterwerk als Beethovens vijfde heeft dat 'iets' absoluut niet nodig.

Meer over Yossif Ivanov, deFilharmonie olv. Jaap van Zweden


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.