John Eliot Gardiners 'Bach pelgrimstocht' begint meer en meer vruchten af te werpen – in de vorm van nieuwe cd's – en deze laatste uitgave is een enkele cd met daarop vier cantates, twee (BWV91 en 110) gecomponeerd voor Kerstdag en twee (BWV 40 en 121) voor de tweede Kerstdag. Gardiner en zijn ensembles ,(het Monteverdi Choir en The English Baroque Soloists), reisden de halve wereld af, met de bedoeling om op een jaar tijd alle cantates van Bach uit te voeren, op die dag van het liturgisch jaar waarvoor ze geschreven waren. Het eindpunt van die marathon was bijna in zicht toen de muzikanten in december 2000, in New York, aan deze vier werken toekwamen.

Bachs kerstcantates worden wat overschaduwd door zijn Weihnachtsoratorium, op zichzelf een verzameling van zes cantates. Toch zijn die vier werken meesterwerken op zichzelf. Qua sfeer stemmen zij goed overeen met het Weihnachtsoratorium: een gevoel van blijde verwachting overheerst in de muziek en dat is ook duidelijk merkbaar in de instrumentatie. Naast de obligate hobo's gebruikt Bach vaak twee fluiten, hoorns of de 'cornetto', een instrument dat sindsdien een beetje verloren is gegaan. De laatste cantate, BWV110 is de feestelijkste, met zijn drie trompetten die de koren en enkele aria's extra glans verlenen. En cantate 'Christum wir sollen loben schon' krijgt zijn plechtige karakter door de drie trombones - bij The English Baroque soloists zijn dat sackbuts, de achttiende-eeuwse variant – die aan het orkest toegevoegd worden.

Wat meteen opvalt is hoe expressief de zangers van The Monteverdi Choir deze werken aanpakken. Na vier volumes in deze reeks waren we al wel wat gewend geraakt, maar qua speel- en zangvreugde doet Gardiner er hier nog een schepje bovenop. Dat is duidelijk in het openingskoor van cantate 'Dazu ist erschienen der Sohn Gottes', waar het koor het volle orkest, inclusief hoorns en hobo's, enthousiast naar huis zingt. Ook het openingskoor van de cantate 'Unser Mund sei voll Lachens', identiek behalve qua bezetting aan het eerste deel uit de vierde orkestsuite, klinkt blij en dansend, met een stevig koor dat zijn lichtheid verkrijgt door de aanstekelijke ritmes van de strijkers eronder. Het orkest is dus ook uitzonderlijk gemotiveerd en dat vertaalt zich in een heel geëngageerde, enthousiaste begeleiding, die afwisselend krachtig, snedig of sereen kan klinken, en altijd meteen de aandacht van de luisteraar kan vasthouden. Tekstverstaanbaarheid lijdt hier geenszins onder: zowel solisten als koor zijn goed verstaanbaar. De solisten zijn alle zes goed in vorm. Zoals het mooi duet in BWV 91 tussen sopraan Katharine Fuge en altus Robin Tyson toont, zit hun vlakke klank altijd bijzonder juist, met een perfecte intonatie, wat des te opmerkelijker is voor een live-opname. Tenor James Gilchrist heeft nochtans geen gemakkelijke opgave in de aria 'Christenkinder, freuet euch', met zijn lange melismen en weinig vanzelfsprekende zanglijn. De pedalen verliezen doet hij echter nergens. Altus William Towers, die twee andere cantates voor zijn rekening neemt, zingt erg goed, maar zijn stem klinkt soms, vooral op aangehouden, hoge noten, wat scherp. Maar dat is een heel klein detail vergeleken met de overweldigend goede kwaliteit van deze cd. Deze vier cantates worden met een enthousiasme gebracht dat de luisteraar zelden ergens anders zal vinden. Bachs rijkelijke instrumentatie en het feestelijke karakter van de muziek maken van deze cd er eentje die snel zal aanslaan.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.