Kamermuziek en liederen vormen een groot deel van Johannes Brahms' oeuvre en in de 'Lieberlieder Walzer' op52 en de 'Neue Liebeslieder' op.65 combineert hij beide genres. Het zijn twee collecties liederen, de eersten zettingen van een verzameling Oost-Europese liefdesgedichtjes, de tweede op Spaanse, Siciliaanse en Turkse teksten voor vocaal kwartet met begeleiding van piano quatre mains. Het zijn pareltjes, zowel uit het lied- als uit het kamermuziekrepertoire. Elk kort lied afzonderlijk is gebaseerd op een Weense wals of Oostenrijkse ländler en bezit een natuurlijke elegantie die zelfs de meest tragische tekst van een wat meer luchthartige ondertoon voorziet. Deze cd presenteert beide liedcycli, samen met de 'Drei Lieder', op.64, voor vocaal kwartet en piano. Een blik op de bekende uitvoerders schept alvast hoge verwachtingen...

De 'Liebeslieder' zijn opgevat als een dubbele dialoog tussen de twee mannen en de twee vrouwen en de vier zangers op deze cd gaan die dialoog dan ook hartelijk aan. De mannen becommentariëren wat de vrouwen zingen, nemen een verleidende positie in of andersom of gaan een amoureuze dialoog aan. Die dialoog keert ook terug in de 'Drei Lieder' op.64, vooral in het laatste lied 'Fragen'.. De hele muziek baadt in een Weense elegantie met enkele Oost-Europese kleurschakeringen, telkens weer zo typisch voor Brahms. De uitvoering weerspiegelt de afwisselend vrolijke en (niet al te) tragische sfeer van de liederen. De pianopassages zijn bijzonder mooi, zoals men in het korte 'O, wie sanft die Quelle sich' kan horen. Voorbeelden van de vier zangers' levendige zangstijl zijn te over: 'Nein, es ist nicht ausgekommen', het elfde lied of het tragische 'Ein dunkeler Schacht ist Liebe'. Transparantie is het sleutelwoord, zowel bij pianisten als bij de zangers. Zo komt het sopraanregister van de piano doorgaans veel duidelijker over dan de laagte en dat helpt om deze liederen een licht, dansbaar walskarakter te verlenen.

Sopraan Marlis Petersen klinkt heel jeugdig en fris, met een zuivere, soepele hoogte. Ze mengt goed maar kan waar dat hoort zich los maken van de drie andere zangers en helder boven hen uitstijgen. Stella Doufexis zingt geëngageerd en dramatisch maar komt af en toe wat geknutseld over. Dat is bijvoorbeeld het geval in "Wahre, wahre deinen Sohn" uit de "Neue Lieberlieder", waar haar opgewonden zigeunerstijl van zingen wat clichématig overkomt. Maar dat verhinderd haar niet om heerlijk te mengen in de ensembles. En haar gebruik van een beetje portamento of de manier waarop ze haar stem kan inkleuren op een sarcastische of boze zinsnede zou Brahms zeker hebben bevallen. Werner Güra hoeft zich nergens te forceren en zet een slanke, zuivere tenorpartij neer. Konrad Jarnot tot slot zorgt in de kwartetten voor een betrouwbare, stevige baslijn. Hij kan erg klagend en emotioneel klinken, zoals in 'Ihr schwarze Augen' uit de 'Neue Liebeslieder' zonder dat dat gemaakt of overdreven overkomt.

Elk lied op deze cd is een pareltje, niet alleen op de muziek af maar ook wat interpretatie betreft en men zou pagina's kunnen vullen om elke track op deze cd te becommentariëren. Voor wie Brahms muziek lief heeft is deze plaat een niet te missen aanvulling voor zijn verzameling.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.