Onder leiding van dirigent Jonathan Nott is de Bamberger Symphoniker zonder twijfel een van de grootste orkesten ter wereld. Muziekliefhebbers kijken nu al reikhalzend uit naar een passage in het PSK, alwaar ze de afgelopen jaren al enige weergaloze concerten hebben gespeeld. Op deze cd, integraal gewijd aan vocale muziek van Johannes Brahms, wordt het orkest bijgestaan door het Chor des Bayerischen Rundfunks, een koor met een minder roemrijke voorgeschiedenis, maar qua niveau bijna de evenknie van de Bamberger. Tot slot vervoegen sopraan Alice Coote en dirigent Robin Ticciati de gelederen. Coote trad al aan bij de grootste orkesten en dirigenten, waaronder Nagano, Boulez, Salonen, Gergiev en Herreweghe. De vijftien jaar jongere Robin Ticciati (de man moet nog dertig worden) heeft nog bijlange niet zo’n indrukwekkend palmares, maar heeft hopelijk nog een lang leven voor zich en hoopt bij de Bamberger de komende drie jaar zijn status als opkomend topdirigent te bewijzen.

Wat de uitvoering betreft had de Brahms-opname eerlijk gezegd beter gekund. Ticciati kiest immers voor zeer gedreven interpretaties met een grote vaart, maar daardoor gaat een stuk van de dramatiek helaas verloren. De enthousiaste en pientere opname bulkt echter van de levensdrift en ook die visie op de werken van Johannes Brahms is interessant. Alleen valt binnen deze traditie meer te pleiten voor grotere pathetiek en opzichtiger accenten, kwestie van de grote emoties meer op het voorplan te plaatsen.

Dit album opent met ‘Nänie opus 82’, een compositie voor koor en orkest waarmee Brahms zich baseerde op een tekst van Friedrich Schiller. Inhoudelijk handelt het stuk over dood en verderf (het typisch romantische “alles is sterfelijk”-doemdenken), maar Brahms heeft zijn werk opvallend licht en teder gehouden. Dat contrast is interessant voor wie de zware tekst erbij neemt, maar evenzeer was het een verstandige zet om de cd hiermee te laten beginnen. Daarna is immers het zeer dramatische ‘Gesang der Parzen opus 89’ (‘Song of the fates’) aan de beurt, waarin Brahms veel meer bravoure uit de kast haalt en zijn koor heerlijk laat aanzwellen tot een beklijvende climax. De Bamberger Symphoniker blijft ook in de hevige passages genuanceerd en het Chor des Bayerischen Rundfunks geeft geen kik tijdens de veeleisende dubbele fortissimo. Na dat helse hoogtepunt wordt het koor stiller, maar de sfeer blijft obscuur en de waggelende akkoorden doen de luisteraar vrezen dat het ergste nog niet voorbij is.

Dankzij de zeer korte pauze tussen de verschillende tracks lijkt het ‘Gesang der Parzen’ vanzelf over te lopen in het ‘Rhapsody for contralto, male chorus and orchestra opus 53’, kortweg de ‘Alt-Rhapsodie’ genoemd. Die nogal verwarrende opnametechniek geeft de cd echter een grote stuwing (die ook dirigent Robin Ticciati ten allen koste uit zijn orkest en koor wilde halen), dus om een toevallige vergissing zal het zeker niet gaan. Aanvankelijk blijft het mannenkoor afzijdig en moet mezzo-sopraan (dus niet alt!) Alice Coote in haar eentje de klus klaren, hetgeen ze op zeer timide en overtuigende wijze doet. Pas in het donderende slot komt het mannenkoor bijvallen, zodat het werk met een extra zware dreun uitdeint. Brahms heeft met zijn ‘Alt-Rhapsodie’ heel nauw de tekst van Goethe willen volgen en wie dit mee volgt via het bijgevoegde boekje, stelt vast dat Brahms een sterk staaltje tekstfrasering heeft afgeleverd. Tot slot programmeert Ticciati misschien wel het meest bekende werk: het ‘Schlicksalslied opus 54’, oftewel het “noodlotslied”. Het werk blikt in zijn verstilling vooruit naar ‘Nänie’ en tegelijk achteruit naar ‘Ein deutsches Requiem opus 45’, het allermooiste van Brahms’ vocale repertoire. Dit is tegelijk de langste track van de hele cd en de muzikale reis die de componist hier onderneemt, voert zowel langs waanzinnige gevoelens als doorheen doodse landschappen.

De internationale pers is lovend over deze vier nieuwe uitvoeringen, maar de grote superlatieven blijven uit. Het magazine Grammophone schrijft: “These are animated, purposeful performances...The movement is free, quite unclogged; the texture is clear, no thickening substance adhering.” Dat vat het eigenlijk perfect samen: Ticciati tekent voor bijzonder gedegen uitvoeringen, maar de absolute meesterschap blijft uit.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.