De lofbetuigingen voor het eerste deel van deze integrale cellowerken van Ludwig van Beethoven die topcellist Daniel Müller-Schott aan de zijde van de felbegeerde pianiste Angela Hewitt onderneemt, waren al meteen na de release van het eerste deel in oktober 2008 niet meer op handen of voeten te tellen. Het gerenommeerde tijdschrift Grammophone bekroonde het album met zijn allergrootste onderscheiding (‘The Editor’s Choice’) en ook het digitale magazine ClassicsToday deed hetzelfde (‘Album of the Month’). Reikhalzend werd dus uitgekeken naar dit tweede volume, waarop het Duits-Canadese duo de meer expressieve Beethoven-sonates opus 102 onder handen neemt, naast enkele minder gekende variaties.

Het afgelopen decennium namen pianisten András Schiff en Alfred Brendel de volledige werken voor cello en piano reeds op, waardoor de markt voor de komende jaren iet of wat verzadigd leek. De opname die Brendel maakte met zijn broer was eerlijk gezegd niet zo succesvol, maar het duo Schiff-Perényi speelde wél een bijzonder integere en toch intense cyclus bij elkaar die in kwaliteit moeilijk te evenaren leek. De derde A, Angela Hewitt, neemt echter de pianistieke proporties aan van iemand als Schiff en Müller-Schott profileert zich de laatste jaren meer en meer als een cellist met een immense bezetenheid voor het repertoire. Hij wil het volledige cello-werk verkennen, maakt daarenboven zelf transcripties voor zijn instrument en speelt aan de zijde van grote begeleiders en dirigenten. Door commercie laat hij zich daarenboven niet weerhouden, integendeel. Hij heeft een regelrechte neus voor zaken, want na deze opname voor Hyperion heeft Orfeo hem intussen al weer verleid tot een contract en in zes maanden tijd ligt er al een tweede opname in de winkel.

Die gretigheid gaat echter absoluut niet ten koste van de artistieke kwaliteit en dat is wat deze Beethoven-cd nog maar eens aantoont. Eerst spelen Hewitt en Müller-Schott de ‘Variatie in G op Handels “See the conqu’ring hero comes” uit “Judas Maccabaeus”, WoO45’, een relatief licht opgevat werk dat Beethoven met veel respect voor de klassieke traditie naar een versie voor cello en klavier omzette. Daarna volgt het grotere geweld, met de ‘Sonate in C opus 102 No. 1’, een werk waarmee Beethoven de heersende fundamenten rond de sonatevorm op hun grondvesten deed daveren. De compositorische lijn is uiterst provocerend en in plaats van beide stemmen zoetjes te vervlechten tot een harmonisch geheel, lijken de cello en de piano constant in een heftig duel verwikkeld.

De mentale klik die Hewitt en Müller-Schott gemaakt hebben sedert het eerste volume van hun integrale, is dan ook immens: in Beethovens opus 5 leek het duo heel kwetsbaar en zangerig, terwijl ze in deze sonates enorm vurig en gepassioneerd zitten te spelen. De “ommezwaai” (of is het eerder een muzikaal rijpingsproces?) is er één van quasi 180 graden; dat de muzikanten dit presteren mag een klein wonder heten. Uiteraard bevatten ook de werken uit het opus 102 ook hun melancholische momenten, zoals het schitterende ‘Adagio con molto sentimento d’affetto’ uit de tweede sonate (met een prachtige overgang naar de daarop volgende aartsmoeilijke fuga!), die Hewitt en Müller-Schott met gepaste emotie vertolken. De overdaad wordt, net zoals op de voorganger trouwens, alweer behendig omzeild, zowel in de extreem energieke als in de breekbare passages.

Om de cyclus volledig te maken, voegde het duo overigens nog twee variaties toe, op de cd geplaatst als verpozing tussen de beide sonates uit opus 102. De eerste, de ‘Variatie in F op Mozarts “Eind Mädchen oder Weibchen” uit “Die Zauberflöte”, opus 66’, is revolutionair in de manier waarop Beethoven de gezongen dialoog verwerkt tot een soort aria voor cello en klavier. De tweede is alweer een variatie op een ander stuk uit Mozarts zelfde opera, maar is al bij al minder bekend en kreeg ook geen opus-nummer mee.

Met de ‘Sonate in D opus 102 No. 2’ besluiten Müller-Schott en Hewitt daarna terug fors. De brokstukken vliegen (al vanaf de gekende openingsakkoorden) alle kanten op in beide allegro’s, terwijl het middendeel veel meer naar een ultieme catharsis toewerkt, waarin Beethoven het “ultieme” bereikte wat het samenspel betreft tussen cello en klavier. In zijn tijd was de combinatie immers nog niet zo evident als ze nu is, en de mate waarin Beethoven de toen bestaande afspraken met de voeten trad, moet velen tegen de borst gestoten hebben.

Wie de cello-sonates opus 102 niet zo goed kent en vandaag de dag opnieuw beluistert, zal dus vooral geconfronteerd worden met de agressie en de spanning die Beethoven ergens in kwijt moest. Wetende dat deze componist al 27 jaar na pakweg Luigi Boccherini (dé cello-virtuoos bij uitstek) geboren werd, komen de sonates nog harder en onverwachter aan. In de opname van Angela Hewitt en Daniel Müller-Schott werden alle ingrediënten van de sonates bovendien zodanig uitgeplozen dat elke noot juist valt, hoewel de interpretatie geenszins gemaniëreerd aandoet. Een briljante uitvoering kortom, waar de luisteraar gratis enkele aardige variaties bovenop krijgt.

Meer over Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.