Sinds de jonge Duitse violiste Julia Fischer een paar jaar geleden naam maakte, is het steeds weer reikhalzend uitkijken geblazen naar nieuwe opnames. Bij het Nederlandse label Pentatone, waar ze sinds 2004 een contract heeft, nam ze eerder al partita's van Bach op en concerti van onder andere Mozart, Tchaikovski, Prokofiev en Khatchaturian. Nu is het de beurt aan een reus uit het romantische repertoire, met het vioolconcerto en dubbelconcerto voor viool en cello van Johannes Brahms.

Brahms' vioolconcert is in zekere zin een atypisch romantisch concerto, want het vergt niet alleen uiterste virtuositeit van de solist maar ook een geweldig grote concentratie. Brahms' opzet was dan ook een werk te schrijven dat muzikaal rijker en meer symfonisch gedacht was dan de puur virtuoze concerti van tijdgenoten als Paganini. Net zoals Brahms' pianoconcerti is het werk langer dan in die tijd gebruikelijk was en wordt het orkest erg vaak als gelijke van de violist behandeld. Dit deed de vioolvirtuoos Pablo de Sarasate boos opmerken dat hij dit werk nooit zou spelen want hij wou als solist niet "rondhangen terwijl de hobo de enige melodie in het werk speelde". Het dubbelconcert dateert van later in Brahms' leven en blijft een van zijn minder uitgevoerde werken, wat misschien te wijten is aan het minder toegankelijke karakter van de muziek of de manier waarop de twee solisten steeds door het orkest omkaderd worden en minder solistisch op de voorgrond treden.

Julia Fischer overheerst het orkest in elk opzicht: met een verrukkelijk zachte 'piano' dynamiek, met een solo- en enkele a capella passages die in hun rubatospel veel maturiteit verraden en met enkele heerlijk hevige 'Hongaarse' momenten, zoals de allereerste inzet van het eerste deel. Ze sleept zelfs de orkestmuzikanten hoorbaar mee, zoals in de coda van het laatste deel. Bovendien mengt ze bijzonder goed met het orkest en ligt zij niet, zoals andere grote solisten, dominant boven op de begeleiding. In enkele zachte passages in het openingsdeel van het vioolconcert dwingt de viool het orkest muisstil te spelen en in het tweede deel versmelt die bij momenten met (instrumenten uit) het orkest. Cellist Daniel Müller-Schott vult Fischer qua klank en speelwijze uitstekend aan. Zijn slanke toon komt goed tot zijn recht bij tegenmelodieën en begeleidingsfiguurtjes en zo kan hij melodielijnen van de viool haast onmerkbaar overnemen. Zijn 'alla Zingarese' introductie in het eerste deel van het dubbelconcert werkt schitterend, met een verleidelijke vibrato op de pizzicato noten.

Het orkest zelf zet een bewonderenswaardige prestatie neer. Zo is de introductie tot de twee trage delen (zowel de lyrische hobosolo uit het vioolconcerto als de wat enigmatische inleiding op het tweede deel van het dubbelconcerto) erg mooi en muzikaal vorm gegeven. Wat meer kracht in de finales was niet misplaatst geweest maar dit ligt misschien louter aan de grote orkestbezetting want een grote groep strijkers doet deze muziek al snel wat 'wollig' klinken. Verder doet de inleiding van het vioolconcerto een beetje zwakjes aan; dit trage walsthema heeft ongetwijfeld al nobeler geklonken.

Toch maken de prestaties van orkest en (vooral) solisten van deze cd een absolute topper. De vierentwintigjarige Julia Fischer moet qua maturiteit en diepgang niet onderdoen voor wie dan ook. Wie een recente goede opname van beide werken zoekt hoeft niet verder te zoeken dan deze uitstekende cd.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.