Werken voor cello en orkest zijn niet echt een zeldzaamheid maar echt alomtegenwoordig zijn ze toch ook weer niet. Terwijl de meeste componisten toch wel minstens één vioolconcerto op hun conto mogen schrijven, zijn celloconcerti wat zeldzamer. De grote romantische concerti van Shostakovich, Dvorak, Schumann en Elgar behoren echter tot het kernrepertoire van die componisten en ook Prokofiev (1891-1953) en Tchaikovski (1840-1893) leverden hun bijdrage aan het genre, al omschreven ze hun cellowerken niet als 'concerto'. Renaud Capuçon voert hier dus de 'Sinfonia Concertante' van Prokofiev en de 'Rococovariaties' van Tchaikovski uit, begeleid door het Mariinsky orkest en haar dirigent Valery Gergiev.

Tchaikovski koos voor de variatievorm in zijn 'Variaties op een Rococothema' voor cello en orkest omdat die hem toeliet de verschillende aspecten van de cello in elke variatie te belichten terwijl het opzettelijk eenvoudig gehouden thema zich uitstekend laat aanpassen en inkleuren van variatie tot variatie. De term 'Sinfonia Concertante' is Frans, dateert uit de achttiende eeuw en omschrijft een concertant werk voor meerdere solisten. Prokofiev beperkt zich tot een enkele solist maar schreef een werk van symfonische proporties in 1952 voor een toen nog jonge Mstisliav Rostropovich, die ook al de inspiratie vormde voor de cellosonate opus 129. De 'Sinfonia Concertante' is trouwens geen volledig originele compositie maar wel een grondige herziening van Prokofievs eerdere celloconcerto.

Het rococothema bij Tchaikovski is geen echte rococo, eerder een volbloed Russisch thema zelfs en Gergiev behandelt het ook als dusdanig. Wat onmiddellijk opvalt is de eenvoudige maar krachtige lyriek van het Mariinsky Orkest. Tchaikovski wordt in al zijn aristocratische Russische charme voorgesteld, verfijnd maar met diepgang. Prokofievs 'Sinfonia Concertante' is een opvallend melodieus en tamelijk optimistisch werk van een componist die na de Tweede Wereldoorlog genadeloos werd aangevallen door Sovjet propaganda. Het duivels snelle middendeel bevat alle elementen zo gekend zijn uit Prokofievs muziek: een virtuoos moeilijke cellopartij, strakke pizzicati en speelse melodiefragmenten die doen terugdenken aan het ballet 'Romeo en Julia'. Prokofiev houdt zijn orkestratie redelijk karig: dit werk blijft eerder 'concerto' dan 'symfonie' en het orkest heeft niet zo ontzettend veel te doen. Toch valt de effectiviteit op waarmee Prokofiev het orkest benadert: een enkele maat in de houtblazers, een kort motiefje in de strijkers of een fagotmelodie kunnen de cellopartij vindingrijk inkleuren. Het opzettelijk banale van de hoofdmelodie van het laatste deel, een wals die uit Shostakovich' pen zou kunnen hebben gevloeid, wordt haast tastbaar. Zowel solist als orkest kunnen een onhoorbaar stille, gespannen maar warme klank uit hun instrumenten toveren maar het is Capuçon die de verschillende orkestrale secties meesterlijk aan elkaar breit met een uitvoering vol tederheid, souplesse en diepgang.

Deze live-opname is een uitzonderlijk mooie cello-cd geworden. De combinatie van Russische muziek met een van Ruslands beste orkesten en een solist die alle nuances van deze muziek perfect aanvoelt zorgt voor meesterlijke uitvoeringen van Tchaikovskis vaak uitgevoerde en Prokofievs veel minder vaak gespeelde cellowerken.

Meer over Piotr Ilyich Tchaikovski, Sergei Prokofiev


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.