De eens wat fatterige toetsenist Kristian Bezuidenhout is een flink aantal kilo's kwijtgeraakt. Muzikaal werpt de Zuid-Afrikaan echter nog steeds evenveel gewicht in de schaal. Hij studeerde niet alleen moderne piano in Australië, de Verenigde Staten en Engeland, maar later ook klavecimbel, continuo en fortepiano. Op zijn 21e al won het pianowonder de Fortepiano Competitie in Brugge en inmiddels treedt de pianist voornamelijk naar buiten met historisch verantwoorde opnames, waarin hij telkens een passend instrument zoekt bij de partituren die hij uitvoert. Even bezeten als bijvoorbeeld Jos Van Immerseel is hij daarin niet: zijn streven naar authenticiteit is de muziek gedienstig, maar kan men bezwaarlijk een slaafse onderwerping aan muzikale levensprincipes noemen. Bijna twintig jaar heeft het geduurd, na Bezuidenhouts overwinning in Brugge, vooraleer hij definitief doorbrak op de internationale cd-markt. Prachtige Vivaldi-opnames met Daniel Hope brachten de man onder de aandacht bij Deutsche Grammophon, Beethoven-sonates met violiste Viktoria Mullova bij Onyx en alweer vioolsonates (van Mozart deze keer) met Petra Müllejans als metgezel bij Harmonia Mundi. Dat laatste label is de platenmaatschappij waar Bezuidenhout inmiddels is blijven hangen. Tot groot genoegen van de melomaan, want inmiddels zagen alweer een fantastische cd met Mendelssohn-concerti en liederen van Schumann (met Mark Padmore) het licht. Meest veelbelovend is echter de integrale opname die Bezuidenhout belooft te verzorgen van alle Mozart-sonates, waarbij hij inmiddels toe is aan het derde volume.
Dit volume combineert werken uit de jaren 1780 en 1790, waarbij musicoloog John Irving zich de moeite getroost om in het cd-boekje de werken met elkaar te verbinden door aan te geven op welke manier ze eigenlijk allemaal een voorbode zijn op Beethovens grote vernieuwingen binnen de pianoliteratuur. Mozarts 'Variaties op "Ein Wei bist das herrlichste Ding", KV 613' zouden als een voorspel op Beethovens variatiereeksen gezien kunnen worden, in die zin dat ook Mozart al een enorm heldere structuur vooraf aflijnt, en tegelijk strikt vasthoudt aan het structureel grotere plaatje van de variatiereeks. In de 'Sonate in F, KV 332', die na het vredige openingsthema losbarst in een bijna Beethoveniaans kabaal – een emotionele eruptie, ongewoon intens voor het classicisme – ziet Irving dan weer een figuur die de weg plaveit voor Beethoven, die de sonatevorm inderdaad helemaal zou hervormen en opentrekken tot een structuur die aan alle menselijke gevoel onderkomen moest kunnen bieden. Daarnaast vindt de luisteraar ook de 'Sonate in B-mol, KV 333' terug op deze opname, naast de 'Fantasia in C mineur, KV 396', allemaal in ongeveer dezelfde periode geschreven. Dit laatste werk werd door Mozart nooit voltooid. In de laatste maten van zijn manuscript voegde hij ineens een vioolpartij toe, maar uiteindelijk zou Maximilian Stadler, die meerdere werken van de componist voltooide na diens dood, er een eendelig solowerk voor klavier van maken.
Met twee sonates aan de uithoeken en in de buik een fantasie en een variatiereeks, heeft Bezuidenhout voor zijn derde volume alweer een ideale mix gaar gestoofd. De opname is perfect in evenwicht en met Bezuidenhout aan het klavier, worden alle stukken vanuit een enorme intuïtie en explosiviteit gespeeld. De instrumentalist speelt op een replica uit 2009 van een instrument dat dateert van 1805, wat hem af en toe een technische "belemmering" oplevert. Wie met een gesofisticeerde installatie luistert, hoort zelfs dat niet alle techniciteiten van de klankband werden geweerd. De pianist stijgt daar echter met het grootste gemak boven uit: hij speelt met zoveel betekenis, evenwicht en verfijndheid, dat deze opnames hoe dan ook een nieuwe standaard worden in dit repertoire. Geen verrassende tempi of kunstgrepen van gelijk wel allooi: alleen pure artisticiteit, de partituren totaal gedienstig. Een opname om te koesteren dus – en dat het vierde volume maar gauw verschijnt!