Na zijn nogal omstreden releases aan de zijde van Christina Pluhar en het ensemble L'Arpeggiata werd de wereld van de klassieke muziek in twee kampen verscheurd, althans dat deel dat zich interesseert voor oude, vocale muziek. Onder impuls van luitspeelster Pluhar pakten ensemble en solist immers Monteverdi op een nogal jazzy manier aan in een of ander frivool bisnummer met improvisatie. YouTube-fragmenten gingen de wereld rond en plots viel de naam Philippe Jaroussky zelfs op internationale jazzfora. Sommigen stonden meteen al sceptisch tegenover de heisa, anderen werden dat pas toen Jaroussky en Pluhar op een tweede opname uit hetzelfde vaatje tapten. Er werd de Franse vocalist van net boven de dertig verweten dat hij zichzelf nu reeds aan het herhalen was. Met 'Caldara in Vienna', een cd die integraal gewijd is aan opera-aria's van de onbekende componist Antiono Caldara, zet Jaroussky zijn persoonlijke queeste van voor het hele media-gedoe echter verder, namelijk obscure componisten die meer aandacht verdienen terug in de schijnwerpers plaatsen. De controverse rond zijn jazzy Monteverdi kan dus gaan liggen, want Jaroussky is nog steeds de integere artiest met een missie.

Door het onder de aandacht willen brengen van minder beroemde componisten is Philippe Jaroussky verwant aan die andere grote vocaliste, Cecilia Bartoli. Ook zij haalt lang vergeten partituren van onder het stof en bewijst hun waarde met briljante uitvoeringen. Jaroussky gaat in die zin nog een stapje verder, door zelf ook in bibliotheken musicologisch onderzoekswerk te verrichten en persoonlijk composities te bekijken op hun vermeende waarde. Voor een componist als Caldara was dat bovendien een titanenarbeid, want de man liet een productie na van meer dan 3000 werken. Uiteraard is daar niet alles van bewaard gebleven, maar er blijven nog steeds hele opera's over, waaruit Jaroussky telkens de aria koos met de grootste emotionele expressie of de meest opzienbarende muzikale context.

In de lijvige, meer dan 100 pagina's tellende deluxe editie van Virgin Classics (die voor nog geen 15 euro te koop wordt aangeboden, terwijl de consument er hard,, glinsterend fotopapier zomaar bij krijgt!) gaat musicoloog Frédéric Delaméa gretig in op de details rond leven en werk van Antonio Caldara. Onder meer de vraag waarom Caldera tegenwoordig totaal vergeten is, wordt uitvoerig beantwoord. Daar in deze context dieper op ingaan is niet mogelijk, daarvoor schaft men zich beter de interessante cd zelf aan. Tijdgenoten als Telemann spraken overigens vol lof over de componist, maar gezien hij door een muziekhistoricus de grond werd ingeboord, verdween zijn naam steeds meer uit de annalen van de muziekgeschiedenis - en dat is meteen het antwoord op bovenstaande vraag in een notendop.

Uiteraard zingt Jaroussky telkens perfect, en de combinatie tussen grote passie en enorm Barokke emotie waar de vocalist zo goed mee om kan, maakt hem tot de grootste contra-tenor van het moment. De rol voor dirigente Emanuelle Haïm en het Concerto Köln blijft op deze cd vrij beperkt, want Caldara was als componist vooral met de zanger bezig. Niet dat de orkestrale arrangementen eenzijdig zijn, maar de nadruk ligt duidelijk bij de stem. Voor mensen die geen speciale affiniteit hebben met het vocale repertoire, zal deze Caldara-opname dan ook geen grote openbaring zijn. De Barokke stereotiepen worden immers min of meer bevestigd, zij het in een licht gewijzigde taal. Vooral zij met een voorliefde voor de "castrato arias" zullen smullen van wat Jaroussky met de muziek aanvangt.

Jaroussky's poging om de man terug op de kaart te zetten is nobel en hij doet het dus ook deze keer weer met verve. Deze keer gelukkig geen titel als 'Opium', maar het relatief bescheiden 'Caldera in Vienna'. Daarmee lijkt Jaroussky terug aansluiting te vinden bij de andere grote contra-tenor, Andreas Scholl. Samen staan ze op 9 december in het PSK, waar ze Purcell zullen zingen met het Ensemble Artaserse. De keuze van het repertoire is niet geheel verwonderlijk, want Scholl nam zopas Purcell op bij zijn nieuwe label Decca en hij komt die cd in feite voorstellen. Dat twee zulke grote persoonlijkheden samenwerken is uiteraard ongewoon en opmerkelijk, maar met deze cd lijkt Jaroussky de integriteit van Andreas Scholl hervonden te hebben. Niets dan lof dus voor deze nieuwe opname, met ideaal gekozen en schitterend uitgevoerde muziek. Het Franse <i>Diapason</i> vroeg reeds twee jaar terug met welke woorden Jaroussky weerom lof kon toegezwaaid worden en het stelde vast dat er geen lofuitingen meer voor handen waren die nog niet waren gebruikt. Een gewone "bravo!" moet dus maar volstaan...

Meer over Antonio Caldara


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.