In 1705 reisde een jonge Johann Sebastian Bach te voet af van Arnstadt naar de Hanzestad Lübeck aan de Oostzee om er het orgelspel van Dieterich Buxtehude te horen en om er, zoals Bach het laconiek gezegd zou hebben “een zaak of twee van [Buxtehudes] kunst te leren”. Buxtehude (1637/1639-1707) wordt dan ook gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Noord-Europese barok maar tot aan het begin van de twintigste eeuw werd hij voornamelijk beschouwd als een componist van klavier- en orgelmuziek. Het vocale en instrumentale oeuvre van de Deens-Duitse componist bleef lange tijd vergeten. De Nederlandse klavecinist en organist Ton Koopman stelt op deze cd acht sonates voor twee of drie strijkinstrumenten en continuo voor, stuk voor stuk prachtvoorbeelden van een zogenaamde ‘Stylus Fantasticus’ die Bachs vroegste werken sterk zou beïnvloeden.

Buxtehudes muziek sluit dus naadloos aan bij de vroege werken van Bach, zoals diens klavecimbelsonates. De laatste sectie van de sonate (eigenlijk een verholen danssuite) BuxWV 273 gebruikt precies dezelfde toonaard, dansvorm (een springerige gigue) en akkoorden als de finale uit Bachs vijfde Brandenburgse concert. Kende Bach deze sonate en was Bachs concert een hommage aan zijn oudere collega? Virtuositeit is zeker aanwezig maar staat in de eerste plaats in dienst van het verloop van de muziek en slechts op enkele plekken mag er één enkel instrument het voortouw nemen en onbeschaamd zijn technische kunnen laten horen. Het hoeft niet vermeld te worden, met de knappe uitvoerders die Koopman rond zich verzamelde, dat snelle loopjes en figuraties razend trefzeker uitgevoerd worden.

Buxtehude verkiest een compositorisch meesterschap waarin een voortdurende dialoog tussen de drie of vier instrumenten een boeiende polyfonie schept. Die dialoog komt perfect tot haar recht op deze uitvoering, in de manier waarop de violen en viola da gamba naadloos op elkaar inpikken. Hoewel Buxtehudes muziek in een streng contrapuntisch idioom gedacht is, ademt deze uitvoering een erg genietbare muzikaliteit uit, een vrijheid op haar melodielijnen en vaak een stevig ritmisch elan.

De sonate in D, BuxWV is trouwens een rariteit in dat die geschreven is voor viola dam gamba, violone en continuo, een van de weinige werken waarin de violone, de voorloper van de hedendaagse contrabas een partij te spelen krijgt die los staat van de baslijn. Het instrument mag zijn melodische kwaliteiten tonen in deze sonate en de kleine klank van de violone, zoveel meer schuchter van die van een moderne bas komt er goed tot haar recht.

Wie geniet van barokmuziek, mag zich tegoed doen aan deze nieuwe uitgave van Buxtehudes weinig gespeelde instrumentale muziek. Even kleurrijk als Bachs cantates of Handels concerti grossi zijn deze werken niet; Buxtehude, meer dan een generatie ouder, componeerde in meer donkere, aardse kleuren maar schreef fascinerende, doordachte muziek die ook na meerdere beluisteringen niet al haar geheimen prijsgeeft.

Meer over Dieterich Buxtehude


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.