Wie een lijn wil trekken in het oeuvre van de Finse krautrockers van Circle mag het proberen. Net als hun Noorse collega's van Motorpsycho verandert de band geregeld van muzikale gedaante, wat met 'Panic' resulteert in een heterogene plaat die schijnbaar onverenigbare extremen oplevert: van abstracte en sferische elektronica tot beukende hardcore. Het is echter opvallend hoe de band er in haar verschillende gedaantes in slaagt om foute of gemakkelijke ingrediënten samen te brengen in een integer en boeiend resultaat. Die kwaliteit maakt van 'Panic' een riskante, maar geslaagde evenwichtsoefening.

In de eerste, elektronische tracks van 'Panic' kiest de band voor traag ontwikkelende melodieën in gelaagde stukken. Door de gestapelde onderdelen onderscheidbaar te houden, klinkt de muziek eerlijk, ondanks de soms wat verdachte referenties. De doorgans snel kunstmatig klinkende borrelende melodieën worden in 'Black Tape' perfect gecounterd door onregelmatig geschuifel dat er voor zorgt dat de muziek steeds beweegt. De delicaatste evenwichtoefening is te horen in 'State Power' waar galopperende klikklanken en duistere, onderaards aanvoelende geluiden een kerkersound lijken te insinueren. De strijker die er op geplaatst worden – als een schaduw gevolgd door synthesizertonen – gaan nergens de snoeverige symfonische toer op, maar laten horen hoe knap Circle omspringt met muzikale cliché's.

Ook de punk- of hardcoretracks die volgen (numeriek in het overwicht, maar qua duur heel bescheiden) weten het evenwicht te bewaren. De gitaarriffs en akkoordenschema's klinken erg voor de hand liggend, maar de strakheid waarmee gespeeld wordt en de flipperende elektronica geven het eendimensionale geen kans. Bovendien worden geregeld hectische cimbaalpartijen bovengehaald die zo fel zijn dat ze het groepsgeluid lijken te versplinteren. In 'Good Day Rising' komen al deze elementen samen. De ritmisch net iets tegenzittende synthesizer is een leuk extraatje dat de song tot het meest stekelige kleinood van het album maakt.

In de laatste twee tracks, samen goed voor meer dan helft van de plaat, nemen de muzikanten alle tijd en stellen ze het waarnemingsvermogen van de luisteraar danig op de proef. Het golvende geluid van 'Tunnel' lijkt dichter en dichter naar de luisteraar toe te komen. De hogere tonen die er later op geplaatst worden, faden zo geleidelijk aan in en uit dat een luisteraar na verloop van tijd niet meer weet of ze nu echt of ingebeeld zijn. In het afsluitende 'And Far Away' keert de groep dan terug naar de borrelende melodieën en even lijken Mike Oldfields 'Tubular Bells' aan te komen zetten, maar weer slagen de leden van Circle er in om de gemakkelijke verwijzing de versmoren. Bovendien weten ze een knappe klankstructuur op te bouwen door melodieën in verschillende tempi te combineren. Zo vervaagt het maatgevoel, een effect dat nog toeneemt wanneer een melodie in asymmetrische zevenkwartsmaat gewoon op een klassieke vierkwartsmaatbegeleiding gezet wordt. Zoals de luisteraar in 'Tunnel' alle besef van tijd verliest door de schijnbaar onveranderlijke, uitgestrekte klank, gebeurt dat in 'And Far Away' door de steeds wisselende combinaties van melodieën.

Rechtlijnig en coherent is 'Panic' niet te noemen. De plaat klinkt als een combinatie van drie ep's van evenveel verschillende bands, waarmee de eigenheid van Circle alleen maar extra onderstreept wordt.

Meer over Circle


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.