Het is een vraag waar klassieke interpreten steeds mee geconfronteerd worden als ze werk van een gestorven componist onder handen nemen: "hoe zou hij of zij gewild hebben dat ik de muziek speel?" Dat streven naar authenticiteit brengt musicologen ertoe om op onderzoek uit te gaan naar de tempi waarin oude muziek zou moeten worden gespeeld, en welke instrumenten de juiste klankkleur voortbrengen om de ideeën van de componist geen onrecht aan te doen. In het geval van componisten uit de 20e eeuw, die leefden na het ontstaan van de grammofoonplaat, kan men zich beroepen op bronnen uit de eerste hand. Op dit 'Album Debussy' worden opnames samengebracht tot medio jaren '50, waarbij de nadruk vooral ligt op de eerste keren dat de muziek van Debussy op plaat verscheen. Van deze auteur is immers geweten dat hij heel kritisch stond tegenover uitvoeringen van zijn werk: in de vele brieven die Debussy naliet, treft men dikwijls een woedende of teleurgestelde man die vond dat de subtiliteit van zijn muziek door de uitvoerder in kwestie niet precies genoeg was aangepakt. Enigszins ironisch is dat het laten horen van verschillende oude uitvoeringen hier rondom de figuur van Debussy gebeurt: een figuur bij wie kwaliteit en nuance in toon belangrijker zijn dan bij welke tijdgenoot dan ook. Met toen nog erg gebrekkige opnamekwaliteit vastgelegde interpretaties afwegen tegenover de veelheid aan materiaal dat vandaag van Debussy te vinden is, is per definitie een oneerlijke strijd die zal beslecht worden in het voordeel van de opnames zonder ruis die vandaag met grote regelmaat het licht zien.

Het 'Album Debussy' was eigenlijk niet bedoeld om helemaal op zichzelf te staan, maar was de soundtrack bij een tentoonstelling georganiseerd door de Musée d'Orsay en d'Orangerie, getiteld 'Debussy, la musique et les arts'. Daarin werd onderzocht hoe Debussy zich als persoon en als kunstenaars verhield tot tijdgenoten dichters, uitvoerders, schilders en hun werk. In het bijzonder zoomt dit driedelige album in op uitvoerders die het werk van Debussy tot bij het grotere publiek hebben gebracht. Daarbij vallen de drie cd's uiteen in een aantal luiken: zang, piano, orkest, 'Pelléas et Mélisande' en zang en orkest. In alle categorieën zijn er zeer interessante ontdekkingen te doen. De dunnere, minder geromantiseerde stemmen die blijkbaar Debussy's voorkeur genoten, komen in alle delen met zang mooi tot uiting. De lichtheid en tederheid in deze opnames, blijft ook vandaag nog overeind. Hetzelfde kan gezegd worden van de pianisten die zich aan Debussy wagen, waarbij Rubinstein maar vooral Rachmaninov tot speciale curiosa kunnen gerekend worden. Op de orkest-cd zijn het dan weer de versies van Arturo Toscanini en het NBC Symphony Orchestra of dirigenten Roger Desormière en Pierre Monteux die het ontdekken waard zijn.

Het meest bijzonder is het vergelijkend materiaal dat dit 'Album Debussy' rechtstreeks aanbiedt, door verschillende versies van hetzelfde werk quasi opeenvolgend te presenteren. Over het geheel gesproken kan tevens geluisterd worden naar hoe de oude uitvoeringspraktijk afwijkt van de huidige. Vooral dat aspect is bijzonder interessant voor mensen die al vertrouwd zijn met het oeuvre van Debussy. Het publiek dat de liederen, piano- en orkestwerken van deze briljante componist nog moet ontdekken, gaat beter te rade bij hedendaagse opnames die de werken in hun totaliteit laten horen. Hier betreft het immers uittreksels, die te gefragmenteerd zijn om echt van het genie van Debussy te genieten of de grotere betekenissen van bepaalde werken te doorzien. Van de liederen ontbreekt bovendien de tekst, wat een zoveelste indicatie is dat dit album niet op maat is gesneden van de leek. Dat is geen verwijt, alleen een waarschuwing: wie deze drie cd's in huis haalt, moet weten waar hij of zij aan begint.

Meer over Claude Debussy


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.