Dimitri Shostakovich, die meest enigmatische van alle door Sovjetcensuur geplaagde Russische artiesten en Benjamin Britten, Engelands grootste twintigste-eeuwse componist waren geen vreemden voor elkaar. Hoewel ze met hun muziek elk een eigen weg insloegen, hebben ze meer met elkaar gemeen dan men op het eerste zicht zou vermoeden. Ze hadden elk een grote waardering voor de ander: Shostakovich droeg zijn veertiende symfonie aan Britten op en Britten zijn cantate 'The Prodigal Son' aan Shostakovich. Geen van beiden wilden ze ook echt tot de artistieke avant garde beweging behoren en ze lieten zich allebei, op latere leeftijd, inspireren door de Russische cellist Mstislav Rostropovich, misschien wel de grootste cello virtuoos van de (late) twintigste eeuw. Shostakovich' twee concerti zijn aan hem opgedragen, net als de drie suites voor solocello van Britten en diens 'Cello Symphony'. Brittens derde suite, die hier op cd staat, bevat op meerdere plekken zelfs authentieke Russische melodieën, een gebaar van Britten dat niet alleen aan Rostropovich gericht was maar ook aan Shostakovich.

De grote Nederlandse cellist Pieter Wispelwey doet ons land jammer genoeg niet zo vaak aan. En als je deze overtuigende opname beluistert, weet je dat zoiets een groot gemis is. Stevige boogstreken en een ijzersterke klank kenmerken zowel het eerste deel van Shostakovich' concerto als de 'lento' delen uit Brittens suite. Wispelwey doet alleszins geen moeite om de harteloosheid die Shostakovich' muziek zo vaak kenmerkt, af te zwakken. Het middendeel van het Shostakovich concerto neemt de vorm aan van een scherzo maar bij Wispelwey blijft dit een echt Russisch scherzo: wat onbehouwen, nooit te snel uitgevoerd en met een sardonisch kantje aan elke frase. Waar Wispelwey bij Shostakovich een duidelijke gerichtheid in zijn interpretatie toont, geeft hij bij Britten de indruk meer continu zijn eigen weg te zoeken, met zijsprongen, impulsiviteit, grilligheid (op de Russische thema's) en veel en soms bruuske afwisseling, van een zijdezacht cellospel naar stuurse ritmiek in het voorlaatste 'Lento Solenne' bijvoorbeeld.

Hij kan zijn laagste register een onwaarschijnlijk rijke sonoriteit meegeven – net als de pizzicati waar Britten veelvuldig gebruik van maakt. Dit maakt trage passages bijzonder expansief en daarop speelt het orkest bij Shostakovich dan weer handig in. Want het concerto klinkt nergens echt voortgedreven maar trekt aan de luisteraar voorbij met een stalen onverbiddelijkheid, zowel in het eerste deel, waar het orkest maar spaarzaam gebruikt wordt als in de finale waar luide fanfares in slagwerk en koperblazers een bijna militaire discipline aanhouden.

Een cd die in zijn interpretatie zo trouw bij beide componisten blijft en als authentieke Shostakovich en authentieke Britten klinkt verdient zonder meer veel lof. Dit is zeker geen eenvoudige muziek maar Wispelwey is een reeks aandachtige beluisteringen meer dan waard.

Meer over Dimitri Shostakovich, Benjamin Britten


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.