Hoewel Mendelssohn hoofdzakelijk pianist was van vorming, vond hij ook gemakkelijk zijn weg naar viool en altviool toe, twee instrumenten die hij schijnbaar zonder moeite (en zonder veel oefenen!) bespeelde. Het gemak waarmee hij dertien symfonieën voor strijkers schreef nog voor hij goed en wel volwassen was, bewijzen hoe goed hij zich op verschillende strijkinstrumenten thuis voelde. Wat kamermuziek betreft was Mendelssohn dan wel niet zo productief als Beethoven of Schubert maar met onder meer twee strijkkwintetten, zes strijkkwartetten en een octet door dubbel strijkkwartet schreef hij een vaak en gretig uitgevoerd oeuvre bij elkaar.
Mendelssohns strijkkwartet opus 12 is chronologisch gezien zijn derde (ook al draagt het een lager opusnummer dan de eerste twee kwartetten). De twintigjarige componist schreef het in 1829 tijdens een bezoek aan Londen. Ook het minder vaak gespeelde eerste strijkkwintet, voor strijkkwartet met een extra altviool is een jeugdwerk, eentje dat Mendelssohn op zeventienjarige leeftijd componeerde. Beide werken worden hier vertolkt door het jonge Nederlandse Matangi Strijkkwartet, dat dit jaar haar tienjarige verjaardag mag vieren. Het ensemble is met deze opname zeker niet aan hun proefstuk toe: hun discografie omvat verscheidene platen, met daarop zowel klassieke als lichtere muziek en cross-over projecten maar met deze plaat bewijzen deze muzikanten dat ze ook puur klassiek erg overtuigend uit de hoek kunnen komen.
Het eerste deel van Mendelssohns eerste kwartet wordt heerlijk lyrisch uitgezongen zonder een greintje van haar frisheid te verliezen. Dit is grotendeels het werk van eerste violiste Maria-Paula Majoors prachtig zingende vioolspel. Dit blijft zijdezacht klinken, zelfs in het hoogste register en springt alleen echt uit balans wanneer de muziek daarom vraagt, verder kan ze zich naadloos aan de klank van de overige strijkers binden. Het contrast tussen dit eerste deel of het zangerige derde en het vinnige maar inhouden scherzo en haar onstuimige trio is dan ook groot en daaraan hoort men hoeveel verschillende kleuren het Matangi Kwartet tevoorschijn kan toveren. De finale toont een sterk staaltje van balans maken, wanneer in een onrustig wervelend deel elk instrument ten gepaste tijde naar voren mag komen. Een vlot tempo staat een overzichtelijke en verstaanbare voordracht allerminst in de weg: de muzikanten nemen heel natuurlijk de tijd om Mendelssohns retorica heel secuur aan te brengen, ondanks het turbulente karakter van deze muziek.
Het strijkkwintet draagt een classicistische charme met zich mee, met duidelijk afgetekende melodieën en een soort van Mozartiaanse lichtheid. Die lichtvoetigheid blijft mooi bewaard in de uitvoering, die, vooral in het eerste deel, werkelijk fluisterend stil durft te gaan klinken. Het scherzo is een huzarenstukje voor de vijf muzikanten, een spookachtig scherzo zoals dat ook bijvoorbeeld in de toneelmuziek bij 'Ein Sommernachtstraum' te horen is. De finale, tot slot, getuigt van een onversneden speelvreugde die op opnames niet altijd gegeven is maar hier van een eerste tot de laatste noot hoorbaar blijft. Een dergelijk jeugdige, frisse maar tegelijkertijd technisch meer dan capabele uitvoering van Mendelssohns eerste strijkkwartet en –kwintet kan niet anders dan in de smaak vallen!
Meer over Felix Mendelssohn-Bartholdy
Verder bij Kwadratuur
Interessante links