De Chinese pianist Yundi Li was in 2000 op zijn achttiende een van de jongste winnaars ooit van de prestigieuze Chopin wedstrijd in Warschau. Met deze opname verbindt hij Chopins eerste concerto voor piano en orkest, het werk waarmee hij in Warschau de eerste prijs haalde, met een andere bekende uit het negentiende-eeuwse pianorepertoire: Liszts eerste pianoconcerto.

Beide werken zijn virtuoze hoogstandjes, maar terwijl Chopins concerto op klassieke leest geschoeid is, driedelig, overwegend ontspannend en met een ondergeschikte rol voor het orkest, betrad Liszt met zijn concerto nieuwe wegen. Daaraan getuigt het feit dat dit werk uit vier aaneengesloten delen bestaat, die zonder onderbreking in elkaar overvloeien. Bovendien wordt elke sectie aan de vorige gebonden omdat Liszt gebruik maakt van een kernmotief, dat in ene of andere vorm steeds weer opduikt en het werk tot een hechte eenheid smeedt. Het vernieuwende karakter van dit werk werd destijds niet door iedereen gesmaakt en zo wordt verteld dat Liszt, als hij als solist met dit werk optrad, dit kernmotief fluisterend voorzag van de woorden 'Das versteht irh alle nicht!'.

Yundi Li voert beide concerti op een jeugdige, frisse manier uit, met een sopraanregister dat heel ijl en helder kan klinken en bassen die zelden domineren. Of hij nu Lizst of Chopin uitvoert, elke frase voelt levendig aan, alsof dit muziek is die voor de eerste maal ontdekt wordt. Dat Chopin, met zijn gracieuze melodielijnen, voordeel trekt uit Yundi Li's soms vederlichte aanslag, spreekt vanzelf, maar ook Liszts eerste pianoconcerto wint veel aan klaarheid met deze aanpak. Zelfs passages die een meer grovere aanpak vereisen – zo komt de piano in beide concerti met een wijd muzikaal gebaar binnen – behouden een zekere elegantie en geven nooit toe aan een zekere bruuskheid die sommige andere opnames kan plagen. Bovendien houdt Yundi Li's zin voor melodievoering elke snelle, virtuoze passage betekenisvol, zodat bij Liszt elke lege virtuositeit vermeden wordt. De finale van dit concerto bezit een zeldzaam élan, dat de muziek vooruitdrijft zonder dat de solist ook maar ergens gejaagd gaat klinken.

Het orkest is prominent aanwezig in Liszts concerto, met krachtige koperblazers die de finale extra glans verlenen. In Chopin houdt dirigent Andrew Davis zijn muzikanten meer op de achtergrond, maar het ritmische spel in het orkest maakt de finale (gebaseerd op een vurige 'krakowiak', een Poolse volksdans) levendig en meeslepend.

Yundi Li stelt met deze plaat een heel knappe uitvoering van beide concerti voor, die eerder de nadruk legt op het elegante en melodieuze pianospel dan op dramatiek of introvertie. Maar meer is vaak niet nodig, dat bewijzen solist en orkest hier op overtuigende wijze.

Meer over Franz Liszt, Frédéric Chopin


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.